fi] e d e d e e In g e n, flan de Redaciie, Bangkinnng, 232'09. Geachte Redactie! Naar aanleiding van uwe beantwoording van mijn vraag over de toe passing van Art. 11 1. D. diene het volgende: Er is niet gesproken over één, maar over meer magazijnen. U zegt, dat tekorten, indien de Wenken" worden in acht genomen, onmogelijk zijn, tenzij de drie sleutelbewaarders samen knoeien. Dit behoeft niet, want in de practijk heeft elk sleutelbewaarder niet altijd zijn eigen sleutel in banden, op het uur van fourageeren is de fourier naar één of ander magazijn, de menagemeester naar de passer, zoodat ten slotte dikwijls de drie sleutels in handen zijn van twee sleutelbewaarders, waar van één bij inlandsche compagnieën een inlandsch kok is. Verder zij gewezen op onbetrouwbare sluiting van hangsloten, ook „Patent"-sloten, waarvan vele na eenig gebruik met een ruk te openen zijn, zo' der het slot te beschadigenmen zette maar eens een getrouw provoostbezoeker aan het werkde weinige verscheidenheid in de sloten door de Genie verstrekt. Yóór de wijziging van Art. 11 diende M. bij eene compagnie, waarvan het vivres-magazijn gesloten werd middels twee verschillende sleutels, wat zeer goed voldeed. Waar thans eenerzijds de kapitein van de week de dienst der luitenants van de week controleert, anderzijds na de uit gave der „Wenken" elk officier op de hoogte kan worden geacht van de meest voorkomende kwade practijken, zou het naar mijne meening beter zijn alle sleutels in hauden te stellen van den fourier, die dan behalve voor de sluiting, ook voor den inhoud van het magazijn verantwoor delijk is, ban wel men richte per bataljon in één centraal vivres-magazijn in het keukenblok gelegen, waarvan de sleutels in handen van den ba taljons-kwartiermeester, welke itan tevens met het fourageeren en het algemeen toezicht op de menage belast wordt. Het zij mij tevens vergund te wijzen op de eigenaardige ligging der keukens in vele kampementen, zoover mogelijk achteraf en in de onmid dellijke nabijheid ervan de keuken voor buiten de menage zijnden en voor de onderofficieren, benevens de vrouwenverblijven. In de „Handlei ding bij het onderwijs in de Indische Militaire bouwkunde" van den Kapitein-Ingenieur F. R. van Roijen leest men in 14,2de afd.„de keukens worden meer achteraf geplaatst", in 11, 2de afd.„De verschil lende keukens voor meerdere compagnieën met bijbehoorende magazijnen worden tot één gebouw--het keukenblok—vereenigd ;hierin vindt meestal

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1909 | | pagina 324