14 grooten afstand tusschen moederland en koloniën (ruim 8000 zeemijlen), op het versterken der maritieme middelen bij op doemende verwikkelingen in Azië niet zal mogen worden ge rekend dat mitsdien reeds in vredestrijd de voor oorlogstoestand noodig geachte maritieme middelen in Indië beschikbaar dienen te worden gehouden Dat de vervulling der hiervoren nader omschreven plichten ongetwijfeld hooge geldelijke offers zal vorderen; dat echter, zelfs indien het Nederlandsche volk zijn onafhan kelijkheid liever zou verliezen dan deze offers te brengen, het daarvan toch niet ontslagen zou worden, daar zij in dat geval, en waarschijnlijk in nog hoogere mate, door eiken staat, van welks gebied Nederland dan deel zou uitmaken, zouden worden gevorderd dat voorts de oeconomische nadeelen, die een verlies van Insulinde voor Nederland zou medebrengen, verre zouden over treffen de jaarlijksche kosten, aan het onderhouden eener vol doend krachtige zeemacht besteed; dat bovendien, wegens de aanwezigheid van vele nog niet of nog slechts ten deele ontgonnen bronnen van welvaart in Nederlandsch Indië, niemand vooraf kan voorspellen welke ver sterking der koloniale middelen wellicht reeds binnen korten tijd uit een versnelling van het tempo der exploratie en exploi tatie daarvan zoude kunnen voortvloeien; dat het in elk geval stellig niet zou getuigen van vooruitziend politiek beleid, wanneer een eventueele vijand in onze Indische of onze Europeesche wateren een te zwakke weermacht aantrof, omdat een finantieel beleid, dat op de teekenen des tijds niet lette, onze weerkracht deed verwaarloozen, toen het nog tijd was, haar te versterken Redenen waarom requestrant vertrouwt, dat Uwe Hooge Vergadering, de juistheid van de hierboven ontwikkelde beschou wingen beamende en van de dringende noodzakelijkheid eener afdoende voorziening in 's Lands weermacht ter zee overtuigd, de Regeering krachtig zal steunen in haar pogen om zeemacht

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1909 | | pagina 32