306 wij slechts haar meldingen over den R. J. oorlog na te slaan om ons een denkbeeld te vormen van de steeds grooter wordende moeielijkheden, waarmede de munitieaanvnlling te kampen heeft. De Japanners gingen zelfs zoover dat zij gehuurde Chineesche koelies dwongen om in het moorddadige vuur van de vesting werken van Port-Arthur patronen in de Japansche tirailleur linie te sleepen; een misbruik van vrijwillige werkkrachten dat mijns inziens zeer te laken valt 1). Zoo ook verbruikte de 4e divisie Japanners, die met behulp van het vuur der kanonneer- booten in de baai van Kintschou den Russisschen linkervleugel omvatte in den slag van Kintschou, 143 patronen gemiddeld per man, welk getal voor de troepen in 1ste linie vermoedelijk ongeveer „300" zal zijn geweest. Zeker zou bij ons door het snelvuursysteem dat aantal patronen per hoofd nog veel meer bedragen in een dergelijk geval en of dan aan de eischen der munitieaanvulling zal kunnen worden voldaan is hoogst twijfelachtig. De kans van doodbloeden hier door van een aanval zal veel grooter worden. En indien nu zooals uit de lezing van den kapitein Lamberts zou moeten blijken (bladz. 59) de aanslag beter tot haar recht kwam en het automatisme van den aanslag daardoor zoozeer gebaat werd,, dan zou men dit nadeel in den koop toe moeten nemen of men zou de nieuwe methode af moeten schaffen. Echter is dit niet. het geval. Door snelvuuroefeningen bereikt men slechts een matig resultaat in het automatisch doen van den „eigenlij ken aanslag." Wel wordt automatisch openen en sluiten van den grendel en het navullen aangekweekt. Het streven naar grootere vuursnelheid voert bij onervaren schutters tot verwaarloozing der richting. Voor de praktijk te velde is nu narichten wel van minder belang, maar in het vredesgarnizoen moet men hierop toch wel degelijk den nadruk leggen om den man het zoo hoognoodige vertrouwen in zijn wapen niet te doen verliezen. Het wezen van den aanslag zal de eenvoudige fuselier niet begrijpen. Krijgt hij nu slechte resultaten bij het- schieten, dan begrijpt hij niet dat hij toch goede vorderingen gemaakt kan hebben als oorlogsschutter, daar zijn aanslag aan- zienlijk beter is geworden. Bovendien zal de soldaat te velde- 1) Imraanuel „Der B. J. Krieg, Ilift V'.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1909 | | pagina 332