307
in het algemeen aanvankelijk niet in staat zijn te richten. Na
een verblijf aldaar van eenigen tijd, zal dit echter verbeteren
en zullen velen ten slotte wel narichten 1). Geenszins mag dus
de narichting verwaarloosd worden.
Integendeel zij moet nauwkeurig voorbereid woiden want
zonder eerst grondig te hebben leeren richten, kan men nim-
goed het coördineeren aanleeren.
Mijns inziens zouden alleen middelmatige en goede
aanslagschutters dit snelvuur mogen beoefenen. In de
oefeningen voor slechte schutters 35 en 36) behooren zij in
geen geval tehuis. Juist door deze oefeningen verliest de
recruut het zoo hoog noodige vertrouwen in zijn wapen.
Het ergste nadeel der snelvuuroefeningen echter is, dat de
tijd niet gelijkmatig en intensief genoeg op de oefening in
werkt en dat daardoor het hoofddoel „aankweeken van
een automatischen aanslag" voorbijgestreefd wordt.
Immers hierdoor wordt de man in de gelegenheid gesteld om
den beschikbaren tijd over verschillende schoten te verdeelen
d.w. z. wat hij door een slechten aanslag en lang narichten bij
het eene schot verloor aan tijd, kan hij bij een volgend schot
ophalen. Van een strenge controle van den aanslag van ieder
schot afzonderlijk is echter geen sprake. Het snelvuur wordt
echter door enkele gevechtsomstandigheden geboden en is dan
ook een noodzakelijk kwaad, dat bij een verstandige leiding
zich tot een bate kan ontpoppen, maar dat bij een opleiding
zooals ons voorschrift aangeeft ernstige gevolgen na zich kan
sleepen en de vuurleiding voor onoverkomelijke moeielijkheden
kan plaatsen.
Daarentegen zijn de „oefeningen voor het vuren
schot voor schot op c° van den onderwijzer", de ideaal-
oefeningen voor het aankweeken van het automatisme. De con
trole op het coördinatievermogen wordt hierbij veel intensiever.
Men meet n.l. den tijd noodig om uit de houding van vaardig op
het c°: „Aan" van den onderwijzer het schot gericht af te
geven. Hier is het onmogelijk den beschikbaren tijd over verschil
lende schoten te verdeelenmaar moet men om het schot binnen
1) Narichten is het verbeteren der richting in den tijd nadat de eigenlijke aanslag zelf
geschied is, totdat het projectiel den loop verlaat.