- 311 exercitieterrein of een ander daartoe geschikt terrein (liefst een weinig begroeid met laag gewas en 800 M. breed) en laat beide klassen in tiraileurlinie beurtelings kruipende of met sprongen voorwaarts gaan. Hierbij moet de man het geleerde omtrent dekken en de verschillende houdingen in het terrein toepassen, waardoor de doelen aanmerkelijk kleiner worden en lastiger op te sporen zijn. Later moet de man ook hetgeen hij van den aanslag geleerd heeft in het terrein toepassen en moet men ook op velddienstoefeningen het maken van den aanslag streng controleeren. De aanslag moet zoodoende met den troep samengroeien. Dan eerst kan men resultaten op het gevechtsveld verwachten. Later wordt aan de oefening een oefening in het gevechtsexerceeren geknoopt, die zoo mogelijk reeds op 2000 M. aanvangt, zoodat de man ook op grootere afstanden aan de oorlogsdoelen gewend raakt. Het ware wenschelijk den man in zijn verrichtingen op de zich langzaam voortbewegende schoolschijf te controleeren (zie 21). Op grootere afstanden zal men echter moeilijk het voor uitschieten van de slagpin waarnemen. De onderwijzer neme dus een stuk karton in de hand en plaatse dit onmiddellijk wanneer de slagpin vooruitschiet, tusschen korrel en vizier. Verbeteren der richting is nu onmogelijk. Zoodra de man aan de strookschijf het boekje op den loop ziet plaatsen, staakt hij de beweging. Op een ander schijfje doet de onderwijzer den man het punt aanwijzen waar hij afgekomen is en controleert dit door nu zelf op de stilstaande strookschijf te richten. 24 geeft de wijze aan waarop het schieten met gesteunde ellebogen moet worden beoefend. Doel is de bekwaamheid die de man in het richten heeft verkregen te controleeren en hem te gewennen aan knal en terugstoot. Echter lijkt het mij wenschelijk toe de alineas 5 en 6 op bldz. 16 achterwege te laten, daar men den man hierdoor juist het idee bijbrengt dat er iets ernstigs gaat gebeuren en zoodoende juist bereikt wordt wat men wenschte te voorkomen. Besprekingen over knal en terugstoot late men achterwege. Om te constateeren of de man bang is voor den terugstoot, of dat hij rukt, vuile men het magazijn met een houder die gedeeltelijk bestaat uit exer citie-, gedeeltelijk uit scherpe patronen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1909 | | pagina 337