- 314
Eigenaardig is het dat bij sommige geweren bij het maken
van een forschen aanslag de grendel los en eenigszins opspringt,
wat weigeringen kan veroorzaken (zie wijziging bladz. 14). Den
leerling treffe dan geen verwijt. Openen en sluiten van de
tasch moet ook automatisch geschieden. De houders moeten
goed aangedrukt worden, daar men anders de kans loopt bij
meer-patronen-vuur meerdere houders tegelijk los te rukken of
ze bij den looppas met bij ongeluk opengelaten tasch, te
verliezen. In knielende en liggende houding vallen de houders
niet altijd tijdig uit, waardoor de man zich gevoelig kan bezeeren.
De onderwijzer lette hierop.
„De gerichte aanslagoefeningen." Dit zijn de oefe
ningen in het coördineeren. Onderaan bldz. 23 vinden wij
een noot, waarmede ik mij niet vereenigen kan. Steeds moet
de bajonet op het geweer blijven en moeten de spieren aan
hetzelfde gewicht gewoon raken, teneinde spiergeheugen en auto
matisme aan te kweeken. De noot spreekt alleen van oefeningen
op het touw", (dus zonder mikpunten). De oefeningen op mik
punten worden dus wel met opgeplante bajonet gedaan. Deze
mikpunten kunnen op het touw zelf worden aangebracht
middels kralen of spelden. Eerst als de man er in geslaagd
is om zijn richtfouten in horizontalen zin te beperken, mag
men pas tot het aanbrengen van mikpunten overgaan. De beste
plaats van den onderwijzer is voor den schutter aan den anderen
kant van het richtkoord, met het oog over de korrel op
het oog van den leerling gericht (zie de nieuwe wijziging blz. 23).
Bij een slechten aanslag moet de leerling het geweer uit eigen
beweging afzetten. De linkerhand is hoofdzakelijk met narichten
belast, de rechter daarentegen verricht steeds een zuiver automa
tische beweging. Steeds moet de korrel zich nagenoeg horizontaal
voorwaarts bewegen. Begeeft de korrel zich in een boog naar
het doel dan wijst dit op een foutieven aanslag. De onderwijzer
vergete nimmer ook den man in zijn bewegingen te controleeren.
„De gerichte aanslagoefeningen met gebruik van
e x e r c i t i e p a t r o n e n".
Het doel der oefeningen staat nergens juist omschreven, doch
moet men uit verspreide gegevens der halen. Daarom ware