318
een dergelijk resultaat echter nihil, omdat men zich daardoor
geen juist beeld kan scheppen van de geoefendheid van een
schutter. In verband nu met de trefkanswetten, kan men wis
kundig zuiver voor iedere oefening de ellips berekenen, waar
binnen de man zijn spreiding moet beperken. Tevens kan men
hierdoor in de oefeningen een climax brengen, die den man
dwingt zijn spreiding steeds kleiner te maken. Ook in de
vredesopleiding kan men bij oefeningen op strookschijven wel
degelijk de treffers in de strook buiten de figuren doen gelden,
in verband met de gegeven spreiding waartoe de man zijn
eigen spreiding moet beperken. Beter ware het echter om
strookschijven geheel te doen verdwijnen, daar zij geen juist
beeld van de werkelijkheid weergeven. Op bldz. 49 komt de
kapitein Lamberts tot de conclusie dat Kromo onze oude
ringschijf een „Schép loterij" noemde. Hij licht dit als volgt
toe. Br wordt een oefening geschoten die als overgangsvoor-
waarde heeft 42 punten binnen kring 6.
A. schiet 9. 9. 9. 9. 6, B. 10. 11. 10. 11. 5. Ik ben het met
den geachten schrijver eens waar hij wijst op het onoordeelkundige
van het stellen van punten, aangezien dit tot Kromo's ontboe
zeming aanleiding gaf.
Hoofdzaak is dat B. één treffer buiten kring 6 had, er dus
niet in geslaagd is om zijn spreiding voldoende te beperken en
daarom niet overgaat. Ware de Ist6 treffer een 5 dan late
men dat schot overschieten, en kan men dit wijten aan onbe
kendheid met het juiste mikpunt. Daarom moet b. v. de eisch
in genoemde oefening luiden „5 treffers binnen kring 6", en late
men een bepaald aantal punten achterwege. Nu echter is ver
moedelijk 's mans geluk grooter geweest dan zijn bekwaamheid.
Bovendien is bij het gebruik van de ellipsvormige schijf het
hinderlijke schijfverwisselen uitgesloten. Bij een systeem met
overgangsvoorwaarden zou het schieten op verschillende schijven
zeer schaden aan het vlotte verloop der oefeningen.
Er heerscht in Holland bij velen de meening dat schieten met
scherp bijzaak is, de voorbereidende oefeningen daarentegen
hoofdzaak zijn. Laten wij nooit door een dergelijk dwaalbegrip
van den goeden weg afdwalen. Oefeningen met scherp zijn van
het hoogste belang en het is onmogelijk alleen door veelvuldige