322
de gezamenlijke oefeningen aan de Depot-bataljons (zie 37).
Ik wil mijn betoog eindigen met een kort résumé. Met be
hulp van ons voorschrift kan men den man niet tot een goed
gevechtsschutter opleiden
a. Doordat het voorschrift maar één vuursoort kent n. 1.
het snelvuur.
b. Doordat in de schietoefeningen geen systeem (gebaseerd
op de trefkanswetten) zit, waardoor de man geleidelijk van
slecht tot middelmatig en goed schutter wordt opgeleid.
Tn verband daarmede ware het wenschelijk:
le. De snelvuuroefeningen tot het hoognoodige te be
perken, en de oefeningen schot voor schot op den
voorgrond te plaatsen.
2e. De s ch iet b oek j es af te schaffen, doch bij over
gave de oefening te vermelden, welke de man uit één der
vastgestelde tabellen moet schieten.
3e. Vaste oefenin gstabel 1 en, waarin een gelijkmatige
verzwaring van het richten is neergelegd, samen te stellen.
4e. De Hollandse he ellipsschijf als hoofdschijfsoort
in tevoeren, daarnaast valschij ven te behouden en de s t r o o k-
schijven af te schaffen.
Tot slot wensch ik hierbij mijn welgemeenden dank te brengen
aan de heeren leeraren der schietschool en wel speciaal aan
de kapiteins Fabius en Bekker en den heer Weegewijs, die mij
door hun voorlichting zoowel practisch als in geschriften
in de gelegenheid stelden mij in de sfeer der nieuwe methode
te verplaatsen en mijn eigen inzichten daaromtrent in dit op
stel neer te leggen.
W. K. H. Feuilletau de Beuyn.
Naschrift. In de 3e aflevering van het I. M. T. komt onder
boekentafel op bldz. 287, de aankondiging eener brochure voor
getiteld: „Zijn wij met de nieuwe methode op den goeden weg",
van de hand van den 2en luitenant Lagerwerff van hetNeder-
landsche leger. Na hetgeen ik omtrent de nieuwe methode in
mijn opstel neergelegd heb is het duidelijk dat ik mij niet ge
heel met die brochure kan vereenigen.
Ad. 1. De S. is bevreesd, dat door de methode de richting