16 Uifc het eerste hierboven aangehaalde artikel volgt dus, dat de Yereeniging zich wendt tot alle Nederlanders, ongeacht poli tieke kleur of godsdienstige gezindheid, vereenigd slechts door de overtuiging, dat Nederland, wil het zijn zelfstandigheid en zijn rang als groote koloniale Mogendheid behouden, eene Zee macht noodig heeft, zoo krachtig als de geldmiddelen des Rijks en die zijner Koloniën toelaten. De Yereeniging meent niet, dat Nederland in de tegenwoordige omstandigheden een Zeemacht behoort te onderhouden, waardoor het aanspraak zou kunnen maken op eene plaats onder de Zee mogendheden van den eersten rang. Zij meent echter wèl, dat de weerkracht des Lands ook ter zee zoo sterk behoort te zijn, dat zij redelijkerwijze geacht kan worden in staat te wezen tot handhaving der zelfstandigheid van het Vaderland en tot behoud der Koloniën. Redelijkerwijze. Indien het geval zich voordeed, dat eene zeemogendheid van den eersten rang een oorlog ondernam met het doel om het Rijk in Europa of de Nederlandsche Koloniën te veroveren, zonder dat anderen zich in dien strijd mengden, dan zou geen Nederlandsche Vloot sterk genoeg kunnen zijn om dusdanigen aan val op den duur te weerstaan. Dit onderstelde geval behoort echter geenszins tot de waarschijnlijkheden dei- toekomst. De verhoudingen in de wereldpolitiek wijzen veeleer op de mogelijkheid dat Nederland in een oorlog tusschen andere mogendheden wordt betrokken, hetzij tot handhaving zijner neutraliteit, hetzij doordien het aangaan van een bondgenootschap de aangewezen gedragslijn bleek te zijn. Voor dergelijke mogelijke gebeurtenissen der toekomst gewa pend te zijn, is zoowel mogelijk, als noodzakelijk. Slag te leveren in open zee tegen de vloot eener zeemogend heid van den eersten rang kan de taak onzer zeemacht niet zijn, maar wel is het noodzakelijk, dat Nederland in staat zij, de kustlijn, voor zooveel kwetsbaar, en de havens te verdedi gen tegen eene landing of blokkade, of ook de neutraliteit in zijne territoriale wateren te handhaven. Het is noodzakelijk dat, indien in de Aziatische wateren een strijd tusschen verschillende mogendheden ontbrandt, Nederland

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1909 | | pagina 34