339 Dat leeren de manoeuvres niet. Een andere ergernis van schrijver is de kwestie van de munitie. De enkele toegestane patronen zijn spoedig verschoten, daarna ziet men allerwege schijnbewegingen, waarbij niet gelet wordt op den taschvoorraad, en of die niet reeds ettelijke malen ver schoten zou zijn, maar waarbij de schutters en vuurmonden zich zeer oneigenlijk bloot geven om toch te laten zien, dat ze er zijn en vuren. Geef daarom eens aan één man per sectie den vollen taschvoorraad, en laat die sectie zich tijdelijk buiten gevecht houden zoodra die voorraad verschoten is en zoolang tot op een of ander gunstig oogenblik aanvulling heeft kunnen plaats hebben. Er zal dan een geheel ander beeld ontstaan, waarbij minder klakkeloos zal worden „gepaft" en meer rekening zal worden gehouden met de geweldige moeilijkheid om tijdens een gevecht de munitie aangevuld te krijgen. Het moet in den Russisch-Japanschen oorlog gebeurd zijn dat niettegenstaande de moderne uitrusting en hulpmiddelen, de vechtenden elkaar soms met steenen gooiden bij oogenblik- kelijk gebrek aan wat anders Red.). Ter wille van de kosten wordt het medegeven van een vol- ledigen gevechtstrein of geneeskundige sectie nagelaten. Dat kan nog heel wat verrassingen geven, als plotseling de artsen voor het feit worden gesteld om hun taak te doen. Schrijver erkent dat het kwesties zijn van „dubbeltjes" maar besluit met: „öf geheel nalaten óf geheel doen". Half werk is weggeworpen geld. Men weet, dat in Engeland ook een ander oefenstelsel is aangenomen. Eenige afleveringen te voren wezen we op de daar ook ingevoerde meerdaagsche oefening. De overgang heeft natuurlijk overdrijving meegebracht en de theoriën van het volksleger hebben nog lang geene onverdeelde instemming ge vonden. Het is nu de gewoonte om alles af te breken, wat onze vaders en grootvaders hebben opgebouwd met dril en discipline. Is het met mogelijk dat we daarbij te ver gaan in de tegenovergestelde richting en nog grooter afgod maken van de tegenwoordige oe feningen? Is het niet mogelijk dat de blinde aanbidding van deze

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1909 | | pagina 365