351 „Over drie dragen gaan vse Tjot-Rang aflossen. Jij bent de jongste en je zorgt dus voor de menage". Met die woorden schudde de kapitein ons wat wakker uit 't eentonige sleurtje en werd ik weer herinnerd aan iets anders. „n Mooi postje, erg rustig, er gebeurt bijna nooit iets En zoo rusten we ons uit voor een picnic van een goede 14 dagen. Dat je zoo alles meenam, 't leek toch niets op den oorlog, maar als je 't goed kunt hebben, waarom dan je bekrimpen. Op den bewusten morgen bracht de trein ons dus naar buiten. Eerst naar Lambaroe,'t puntje van den driehoek. Netjes onderho uda®, een levendige pasar en niets geen oorlogstoe rustingen. Van buiten geen nieuws. Anagaloeng den vorigen nacht een paar schoten gehad, maar daar was nu ook altijd wat. Toch geen prettig idee, zoo opgesloten te zitten en dan bij ontij eenige kogels door 't dak te krijgen. Lampermai, je reinste bloemenhof en dames, best zoo uit te houdenen dan verderop Tjot Iri ons eindstation. Dat lag wel wat eenzaam, voor die groote kale vlakte. Toch leek alles vredig en in zoete rust. Spoedig was het detachement opgesteld, met den postcom- mandant kennis gemaakt, waren de karren opgeladen en de ket tingjongens van vrachten voorzien en toen ging't den marsch in. Ik de voorhoede! Had al opgevangen, dat het terrein zij waarts niet doorzocht werd. Dus marschveiligheidsdienst in geconcentreerden vorm. 't Was anders nog al bedekt en doorsneden, en ik overwoog of 't niet goed zou zijn toch maar een groep rechts en links te laten marcheeren. „Doe dat nou maar niet, er is hier toch niets en we komen anders zoo laat". Daarmede maakte de kapitein aan alle over wegingen een einde. De sterke spits werd nu bijeengehouden, 't geweer geladen en omlaag genomen en voort ging 't. M'n revolver was naar voren geschoventoen niemand die in de hand nam, werd ie gelaten waar ie was en met de klewang in de vuist het onbekende tegemoet gegaan. Wat was't heer lijk onder die boomen, na dat eerste warme stukje eene verade- ming. Alleen, je zag niemand. Er waren wel een paar kampongs, I. M. T. 1909. 23

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1909 | | pagina 377