262 -
het verlengde van de lijn doel stuk (liefst een der middenstukken) op
en laat daar een baak plaatsen.
Bij dat stuk laat men nu de vizierliniaal op 1600 stellen; dan moet
als het stuk goed gericht was, de richtlijn de baak snijden. Gaat de
richtlijn vanaf het stuk gezien links langs de baak, dan gaat ook de
schootslijn links langs het doel (fig. 1).
Wil men de grootte van de afwijking weten, dan trekke men van het
aantal op de vizierliniaal afgelezen verdeelingen 1600 af (c. q. dat aantal
van 1600 af) en vermenigvuldige dit getal met van den geschatten
afstand. Moest men bijv. de vizierliniaal om op de baak te richten, op
1650 stellen en is de afstand tot het doel 3000 M., dan loopt de schoots-
richting 3 X 50 of 150 M. links van het doel. Stond de vizierliniaal op
1550 dan is de grootte van de afwijking dezelfde, maar nu aan de
andere zijde. Men kan natuurlijk ook vanaf het stuk met standliniaal
1600 de baak op de hoogte achter het stuk doen plaatsen; dan geeft de
lijn baak stuk de schootsrichting aan en men kan nu duidelijk zien
of deze op het doel uitkomt c. q. schatten hoeveel zij er links of rechts
van loopt.
Batterijstellingen, bij welke het terrein achter de stelling weer stijgt,
komen niet veel voor; meestentijds staat de batterij op een naar achteren
afloopende helling.
In dit geval is de oplossing iets om
slachtiger. De scheidsrechter moet dan in
het verlengde van de op 1600 gestelde
vizierliniaal zoover mogelijk naar voren 2
baken (Rj en R2 in fig. 2) laten oprichten.
Kan men dan vanaf de het dichtst bij
de batterij staande baak (Rx) het doel nog
niet zien, dan moet in het verlengde van
de door de beide baken gevormde lijn een
derde (R3), zoo noodig in het verlengde
van de lijn R2 R3 een vierde baak opge
steld worden, totdat men vanaf de voorlaatste
baak het doel (Z) ziet.
Ik moet de scheidsrechters waarschuwen
hun eischen omtrent de juistheid der rich
ting niet te hoog te stellen; loopt de schoots
richting uit op de ruimte door het doel
ingenomen, dan is zij zeker goedloopt zij
op slechts weinige meters opzij daarvan,
dan is zij wel is waar niet zonder fouten,
maar kan men deze laatste door correcties verbeteren.
Mijns inziens moet het een van de gewichtigste opdrachten van de
schietscholen van de veld- en de vestingartillerie zijn, de daarbij
gedetacheerde generaals der andere wapens, bekend te maken met de
middelen ter controleering van de schootsrichting. Yoor de vesting
artillerie zijn echter de hier voorgestelde middelen in geen geval voldoende;
ik beken ook gaarne dat het mij moeilijk zou vallen zulk een middel
Fig. 2.