20
rend, moeten worden verspreid en bij de dagbladen vragen om gast
vrijheid; zoo noodig moet ook een eigen tijdschrift het licht zien.
Een schild, een beker, als prijs voor overwinnaars in het
schijfschieten, een waardevolle naamplaat voor een schip, een
zijden vlag, door Nederlandsche vrouwen bewerkt, en zooveel
meer, kunnen blijvende blijken zijn van belangstelling van het
Nederlandsche volk in zijn zeemacht.
En wanneer onze schepelingen buiten Europa aan den vas
ten wal komen, is er dan beter propaganda voor „Onze Vloot"
denkbaar, dan hen te ontvangen met Hollandsche gastvrijheid
en hun aan te bieden een Hollandsch tehuis?
In één opzicht wenschen wij ons te binden: hierin, dat wij,
hetzij om dringende redenen, niemand wenschen uit te sluiten
van de toetreding tot onze Vereeniging, nóch wegens geboorte
plaats of gelaatskleur, noch wegens leeftijd of sekse, noch wegens
politieke overtuiging.
Onze Vereeniging zij samengesteld uit Nederlanders van elke
richting, van elke kleur, van elke gezindheid, slechts gebonden
door dien éénen band: de liefde voor het gemeen sc hap-
pelijke Vaderland.
Van één propagandamiddel wenscht de Vereeniging Onze
Vloot zich echter te onthouden: de aanbieding aan het Rijk
der Nederlanden van een oorlogsschip.
Gesteld dat particuliere offervaardigheid éénmaal tot zulke
inspanning in staat ware, het vuur der geestdrift zou dan
daarmede toch aanstonds zijn uitgebrand en niet zoo licht weer
tot nieuwen gloed te wekken.
De organisatie der Zeemacht en hare financiëele dekking be
hoort de taak te zijn en te blijven van de Nederlandsche Regeering.
Doch al mogen de deskundigen op menig punt van meening
verschillen, omtrent eene zaak heerscht onder hen treffende
overeenstemmingomtrent de onvoldoende sterkte onzer
huidige zeem acht.
Men kan zich er dan ook van verzekerd houden, dat voor
een doeltreffende verdediging van onze nationale zelfstandigheid
en van ons koloniaal bezit, een beroep op de offervaardigheid
van het Nederlandsche volk onvermijdelijk zal zijn.
Het is dus zaak, het Nederlandsche Volk er op voor te be-
