365
invloedrijke personen zijn, die in de toonaangevende pers hunne meeningen
verkondigen, meeningen die niet altijd vredelievend ten opzichte van
Duitschland zijn en eene waarschuwing vormen om het „Toujours en
vedette!" niet te verwaarloozen.
Zoo verscheen onlangs in de „France Militaire," orgaan van den Franschen
Generalen Staf en van hooggeplaatste officieren, een artikel dat ofschoon
gericht tegen Engeland, niettemin van veel gewicht voor Duitschland
was, en waarvan de inhoud ongeveer op het volgende neer kwam.
„Engeland bevindt zich op een keerpunt zijner geschiedenis. Tot
heden was een machtige vloot voldoende om het gevaar van een inval
te keerenmaai- sedert den Boeren-onrlog, en de niet voorziene ver
anderingen in de organisatie van de vloten der vastelands-mogendheden,
hebben de generaals French en Roberts den alarmkreet doen hooreu
„Met de Britsche Zeemacht alleen zijn we niet meer voldoende beschermd
tegen eene Duitsche landing, en onze strijdkrachten te land veroorloven
ons niet, een dergelijken inval met succes tegen te gaan"
Hieruit volgt, dat men in Engeland don algemeenen dienstplicht zou
moeten invoeren en een staand leger met zijne reserven behoorde le
organiseeren, om op die wijze een voldoende troepenmacht tegenover den
indringer te kunnen stellen. Want deze kan natuurlijk niet zijn geheele
mannelijke bevolking uitsturen om de Britsche eilanden te onderwerpen
hij moet zorgvuldig op bescherming zijner beide landsgrenzen bedacht
zijn, terwijl een, aan de Engelsche kust geland leger, op Londen aan-
marcheert. (Met den „indringer" kan hier dus alleen Duitschland be
doeld zijn).
Indien Engeland dus slechts een modern leger in het veld zou kun
nen brengen, en de algemeeue dienstplicht werd daar ingevoerd, dan
zou het een bedreiging met een inval zeer goed het hoofd kunnen bieden.
Maar de algemeene dienstplicht is aan de overzijde van het Kanaal niet
zeer populair en daarom heeft men tot halve, weinig afdoende maatregelen
zijn toevlucht moeten nemen om het leger, dat men reeds had, te ver
beteren.
Ten slotte heeft men zich afgevraagd, of, door het brengen van een
groot offer, Engeland aan de zoo gevreesde en gehaatte conscriptie niet zou
kunnen ontkomen, en wel door de vloot buitengewoon uit te breiden.
En daarom heeft de Begeering thans een vloot-program ontworpen, behel
zende het op stapel zetten van 30 groote pantserschepen, type „Dreadnought"
of „Indomitable"; daartoe zou een leening gesloten moeten worden van
anderhalf milliard"
Na dit grootsche plan uiteen gezet te hebben, vervolgt de „France
Militaire"
„Maar wij, die of we willen of niet de bondgenoot van Engeland
zullen zijn bij de komende conflicten, zijn van meening, dat de gewapende
ondersteuning onzer vrienden werkelijk aan waarde zal verliezen, indien
zij zich slechts beperkt tot vernietiging der Duitsche vloot en belegering
van een oorlogshaven. Zonder het groote gewicht van een zee-oorlog te
te willen ontkennen, meenen wij toch, dat de uitslag van een volgenden
oorlog op de slagvelden zal worden beslist. En op die slagvelden is het
juist, dat wij gezamenlijk wenschen op te treden met onze vrienden der
„Entente cordiale".
Zij zijn dus niet bereid, vijf legerkorpsen van gelijke sterkte en samen-