371 Eenige Infanterieaanuallen uan hei lsie 3apansche Legerkorps. De aanval der brigade Okasaki had van uit Soriujo plaats ongeveer 2 K.M. over een geheel open vlakte tegen het dorp Kokashi, dat met zijne talrijke vruchtboomen weer gezichtsdekking aanbood en vervolgens nog ongeveer 600 M. den kalen Terayama-heuvel op, op welks noordrand zich een kleine tempel verhief en waarvan de Zuidwest-helling door een holle weg werd doorsneden, waar het gros der Russische bezetting, zes compagnieën sterk, duidelijk zichtbaar den vorigen dag had stelling genomen. Hamilton, die den aanval op een afstand van 4 K.M van een hoog punt uit duidelijk kon volgen, vertelt het volgende: Om 3.45 verlieten de Japanners de dekkingen in eene lange linie, front naar het Noorden. De tirailleurs waren bijna schouder aan schou der; de ondersteuningstroepen volgden oi> ongeveer 200 M. evenzoo ver spreid. daarachter de reserves op 2 gelederen. Er werd niet geschoten in de tirailleurlinie zoowel als bij de volgende afdeelingen was de bajonet op het geweer en alles ging voorwaarts, onafgebroken, rustig, bijna plech tig Menig projectiel kwam van den Terayama-heuvel inslaan, dan hier, dan daar, als de eerste groote regendruppels bij een opkomend onweer, maar nog bleven de reserves gesloten. Het was een barmhartigheid des hemels, dat de Russische batterijen hun snelvuur nog spaarden, of mensche lijker gesproken scheen het aan de inspanning der Japansche artillerie te danken dat het losbreken van het onweder zelf nog werd verschoven over het geheele front der 2de Divisie en op den rechtervleugel van het 4de Legerkorps werkten de artilleristen tot in het uiterste, tot de Terayama in het terrein letterlijk uitgewiscbt was, zoo was zij geheel gehuld in den roetzwarten rook der brisantgranaten. Ook de Russische batterijen N.W. van Sankwaisekisan en N. van San- kashi werden niet vergeten en zoo verwoed en onverwacht was deze artillerie-overval op de Russische artillerie, dat deze weder hare geheele aandacht moest wijden aan de Japansche artillerie en haar vuur niet op de Japansche infanterie richten kon. Ik kon de artilleriesterkte aan beide zijden niet vaststellen, maar zeer zeker was de Japansche talrijker. Toch kreeg de Russische langzamer hand weder de overhand, zoodat het Japansche artillerie-vuur ten slotte zoo zwak was als te voren, maar een groot voordeel was toch verkregen de Japansche infanterie had Kokashi bereikt, zonder zelfs één schot te hebben gelost en zoover als ik kon zien, zonder verliezen. De Russische artillerie had öf het begin van den aanval niet tijdig genoeg ontdekt, of zij was door het bombardement der Japansche artillerie met succes van haar rechtmatig doel afgehouden. Het was kort na 4 uur, als de brigade in Kokashi en het 500 M. oostelijk gelegen Sankashi verdween. Thans verhief zich een onafgebro ken, eentonig geknetter, niet luid, maar door den duur en de uitgestrekt heid voldoende om ons allen op te winden. Want wij bemerkten daaruit, dat duizenden schutters hun vuur openden en op 500 a 600 M. om het vuuroverwicht streden, van welken uitslag voor de onzen de mogelijkheid afhing om te stormen of een jammerlijk mislukken van den aanval beteekende. De kwelling der onzekerheid werd ondragelijk. Een kwartier verliep, dan

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1909 | | pagina 397