373 de noordzijde van don Terayama hield een handjevol Russen dapper stand en bevocht de Japanners tot de duisternis intrad, zonder een hand breed te wijken. In de veroverde stelling graaf dan de Japanners zich gedurende den nacht in. De Terayama was slechts een vooruitgeschoven stelling der Russen geweest. Het verlies der Japanners bedroeg ongeveer 1000 man, hoofdzake lijk verkregen door granaat-kartetsvuur bij de opeenhooping der troepen in de veroverde stelling na den aftocht der Russen. De Russische bajonet ten veroorzaakten slechts geringe wonden, daar ze geheel stomp waren en bij een schuin toegebrachten stoot sterk krombogenook werd het langzamerhand een handige truc bij het 1ste Legerkorps, de bajonet van den° tegenstander met eene hand op te vangen en ze met een korten draai van het geweer af te rukken Hamilton schildert den aanval van den linker vleugel van de Brigade Hatsunaga op eene hoogte noord van Shotatsuko den dag daarna als volgt: „Kort na 11 uur hoorde ik plotseling gedurende een pauze in het eenigszins verzwakte artilleriegevecht het verwijderde, maar indruk makende trommelende geluid, hetwelk mij zeide dat wederom lange tirailleurliniën den strijd om het vuuroverwicht hadden aangebonden; wederom was een groote gebeurtenis nabij, want zulk een vuur kan niet eeuwig duren en om half twaalf gingen de aanvalsliniën van Mat- sunaga de vlakte in. De formatie was dezelfde als die van gisteren avond voor den Terayama, d.w z. er waren geen regelmatige tusschen- ruimton en afstanden of gelijke liniënieder man geleek op zichzelf vooruit te rennen zoo hard hij kon, geheel bezield van de gedachte het eerst in de vijandelijke stellingen door te dringen. De Russische artillerie had tot op dat oogenblik op ongeveer 50Ü0 M. togen Senkiup het uitganspunt van den aanval vuur afgegeven van uit een gedekte stelling, en wederom evenais gisteren waren zij veel te langzaam om met hun vuur de vooruitrennendo Japanners aan het lijf te ^kunnen komenzij schoten steeds nog op het dorp, toen de aanval lers reeds een goed stuk daarbuiien op het open terrein waren. Thans echter om 11.85 barsten de granaat-kartetsen over de infanterie los, maar blijkbaar zijn de sprinypunten nog te hoog en te veel verspreid. Up één punt is de artillerie goed ingeschoten maar de kleine voort stormende groepen ontwijken deze doodelijke zone, door naar rechts en links aan te sluiten. Het valt mij op dat het karakter van dezen aanval bijna nog per soonlijker is dan die van Okasaki gisteren. Ik zie een groot aantal lieden neervallen, wellicht om te vuren of om op adem te komen, want ik kan niet gelooven dat er zooveel tegelijk getroffen worden; maar ik zie ook niet één groep tegelijk halt houden; ik heb den bepaalden in druk gekregen, dat de 600 M. afstand van den vijand in meerdere sprongen worden afgelegd, maar dat iedereen halt kan houden naar ver kiezing. Om 11.45 is het duidelijk, dat het aanvalsveld niet meens kan worden overschreden; op ongeveer 2/3 van den afstand begint wederom het vuren en langzamerhand wordt een lange, dichte, levendig vurende tirailleurlinie gevormd, wanneer men tenminste van een linie spreken kan met daarachter de verspreide ondersteuningstroepen. Om 11.55 stormt plots als één man de geheele tirailleurlinie vooruit

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1909 | | pagina 399