414
dische leger en waarin ik lees: „Een Koninklijk besluit is gemak
kelijk te veranderen en legio zijn dan ook het aantal veranderingen
en interpretaties van het eerste Koninklijke besluit. Ik zal den lezer
niet vermoeien met een opsomming van alle wijzigingen. Die ze
weten wil kan ze gemakkelijk vinden. Het gevolg daarvan is, dat
de Indische officier zich niet zeker van zijn positie acht. Feitelijk
kan elk oogenblik radicale verandering worden aangebracht. Nu
haast ik mij er bij te voegen, dat gelukkig onze Regeering tot nu
toe nimmer heeft getornd aan eens verkregen aanspraken, maar ook
dit zou kunnen veranderen.
„Hoe onzeker men zich in zijn aanspraken gevoelt blijkt wel het
best uit het feit, dat steeds als er sprake is van bezuiniging, men
onmiddellijk bevreesd wordt voor pensioenbedrag, leeftijd waarop
pensioen verdiend kan worden, bevorderingskansen enz. Het is dan
ook een onloochenbaar feit, dat men in Indië eigenlijk nooit goed
weet waar men aan toe is.
„Reeds in 1853 wees de afgevaardigde, de heer Ter Bruggen
Hugenholtz, er op hoe de onzekerheid, waarin de Indische officier
zich ten opzichte van zijn positie geplaatst zag, een ontevreden geest
onder dat corps landsdienaren verwekte, een ontevredenheid, die,
zooals later zou blijken, wel eens bedenkelijke proporties heeft aan
genomen, getuige de betreurenswaardige meeting van officieren in
het jaar 1868, waarvan het Kamerlid Ivielstra getuigde, dat, al moet
de daad van 1868 ten diepste worden gelaakt en betreurd, de han
delingen die er aanleiding toe gaven nog minder te verdedigen
waren, terwijl de houding der officieren volkomen gerechtvaardigd
was door de niet genoeg af te keuren willekeurige maatregelen,
destijds genomen."
Nu spreekt tiet vanzelf, dat naarmate minder maatregelen worden
genomen, gelijk in de quaestie-Christoffel het geval is geweest, het
gevoel van onzekerheid ook miuder tastbaar zal zijn. Naarmate echter
het bestuur in Indië meer autocratisch is, zal men opmerken, dat
dergelijke voorvallen zich meer voordoen, en zich dus meer de drang
openbaren zal naar wettelijke regeling van de rechtspositie. Voor de
omstandigheid, dat het bestuur in Indië autocratisch is de heer
Bogaarat heeft er reeds met enkele worden op gewezen zijn naar
mijn meening vo'doende aanwijzingen, zoodat het overbodig mag
heeten, daartoe nog motieven bij te brengen.
In een lezing in de Vereeniging tot beoefening van krijgsweten
schappen van het jaar 1885 werd reeds door dr. Wijnmalen de opmer
king gemaakt, dat juist het autocratische van het Regeeringsstelsel in
Indië het noodig maakt om waarborgen van wettelijken aard te
eischenvooral voor het leger, waar zoodanig stelsel het allermeest
tot uiting komt.
En, Mijnheer de Voorzitter, hoe autocratisch het er toe gaat in
Indië, blijkt wel het beste uit de mededeelingen van den heer van