435
verplichtingenen dat het leger zich onder den huldigen tijdgeest
zal nederleggen hij een hernieuwde miskenning van zijn rechten.
Bedenk in 's lands belangdat een leger ivaarin de geest te wenschen
overlaatu ten slotte niet. kan geven wat gij er van verwacht!
Zal het weer moeten komen tot samenkomsten als die de geschiedenis
van liet jaar 1868 ons vermeldthoe afkeurenswaardig deze uit
een militair oogpunt ook mogen zijn?
Dringt door tot de gedachten vooral der jonge officieren en ik
hen overtuigd dat uw oogen zullen opengaandoet zulks nog voor
het te laat isde moeilijke taak waarvoor ge staatzal met den
dag zwaarder worden! Wijst het niet op een bed enkelijken toe
stand, dat jonge officierenwaarvan men zou verwachten dat ze
vol illusiesvol ambitie voor hun werkkring zouden zijnzelfs
velen van ivie de Regeering de buitengeicone verdiensten reeds één
of meerdere malen wist op prijs te stellen en van wie de publieke
opinie zegt„Zij zullen hun weg wel vinden" onder een kring van
kameraden doen wetendat zij zich er op voorbereidenna een
diensttijd van tiointig jaren hun pensioen te zullen nementerwijl
het land na dien nog vele diensten van hen zou kunnen genieten
wijst hel niet op een beklagenswaardig en toestanddat als een
gelegenheid zich voordoet in andere takken van dienst te kunnen
overgaanzooveel officieren zich candidaat stellen en vaak onderhen
niet de slechtsten uit het legerdat de ambitie voor de hoogere vor
ming tot sta!officier de laatste jaren zoo begint te tanen? Zoekt de
oorzaken hiervan niet bij het legerbestuur. Neendat bestuur is
onschuldig en voelt zich helaas machteloos. Slaat een blik in eigen
boezem en bekent ridderlijkvóór het te laat is, o, Volksvertegenivoor-
diging, dat de basis van den verkeerden geest schuilt in de wijze waar
op de rechten van den Indischen officier met voeten zijn getreden
Dat is een stem uit het Indisch officierskorps, een stem die
telkens weerklank vindt. Mijnheer de Yoorzitter! Bij mij is de
vrees groot, dat men door niet te voldoen aan den wensch van
het Indisch leger, men de tevredenheid van het officierskorps in
gevaar brengt.
Ik kan er dus niet toe overgaan om de motie in te trekken
ik geloof, dat de Kamer een uitspraak zal hebben te doen als
in de motie wordt verlangd. Nog eens. ik hoop, dat èn de Kamer
èn de Regeering het Indische officierskorps, dat vraagt om gelijk
recht als hun kameraden hier te lande, niet opnieuw zal teleur
stellen
De heer VerheyMijnheer de Voorzitter! Ik heb niet liet woord
gevraagd om in herhaling te treden van de argumenten voor en
tegen het onderwerp dat door deze motie aan de orde is gesteld.
Ik ben het eens met hetgeen de Minister van Koloniën daaromtrent
gisteren, zeide, dat de stof is uitgeput, zoowel door de uitgebreide