486 literatuur jarenlang in verschillende tijdschriften over dit onderwerp verschenen als door hetgeen vroeger in deze Kamer en nu ouk weder door den geachten afgevaardigde uit Steenwijk hierover is aangevoerd. Ik wil echter met een enkel woord mijn houding ten aanzien van deze motie toelichten, omdat ik mij bij vorige gelegenheden in deze Kamer met deze zaak heb beziggehouden en mij toen reeds heb uitgelaten ten gunste van een regeling bij de wet. Het kan mijns inziens geen vraag zijn, of een regeling bij de wet de positie der Indische officieren niet beter zal verzekeren dan het geval ij bij een regeling bij Koninklijk besluit. Er is reeds gezegd, dat de geheele behandeling van zaken bij een wettelijke regeling een grondiger behandeling, een hoor en wederhoor der verschillende partijen waarborgt. Als een wets ontwerp bij de Kamer wordt ingediend, zullen de belanghebbenden in de Kamer gelegenheid hebben op fouten en leemten te wijzen en aan het oordeel der Regeering te onderwerpen. Hetzelfde geldt ten aanzien van een wijziging der regeling. Wijziging zal minder voorkomen, maar komt zij voor, dan zal ook deze niet worden aangebracht dan na wikken en wegen bij de Regeering en na grondige behandeling in de Kamer. In alle op zichten zal dus de stabiliteit der regeling worden bevorderd. Voorts acht ik thans het tijdstip voor een wettelijke regeling dezer materie al bijzonder gunstig, omdat zal kunnen plaats hebben de codificatie van al hetgeen in den loop der jaren wenschelijk is ge bleken ten aanzien van de regeling van de positie der Indische officieren, en omdat te gelijker tijd zal kunnen worden geprofi teerd van de wet van 1902 voor de officieren van het leger hier te lande; van de daartegen gerezen bedenkingen en van de te dien aanzien opgedane ervaring. Men is aan het Departement van Koloniën reeds eenigen tijd bezig aan een nieuwe Indische regeling en de Minister heeft gis teren verklaard, dat zij zich zooveel mogelijk zal aansluiten aan de regeling van 1902 voor de officiereu hier te lande. Welnu met het oog daarop acht ik nu het tijdstip voor een regeling bij de wet al bijzonder gunstig, want wij zullen dan door een grondige be handeling het onderwerp voor een menschelijkerwijze gesproken onafzienbaren tijd kunnen regelen. Regeling bij de wet geeft meer stabiliteit dan regeling bij Ko ninklijk besluit en zulk een stabiliteit is voor een korps officiereu met zijn sterk hiërarchische verhoudingen, met zijn afhankelijkheid van elkander en van het uitvoerend gezag, de eerste voorwaarde voor het onderhouden van een goeden geest, voor het aanwezig zijn van een gevoel van rust en veiligheid en zekerheid, voor het tot een minimum terugbrengen van gemopper en klachten, waar door de homogeniteit en het onderling vertrouwen zal worden be vorderd, welke zaken inzonderheid noodzakelijk zijn bij het Indische

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1909 | | pagina 462