3nstrucieurs bij de Bcrisan,
Bei eigendomsrecht nan de Iucfii.
Een goed noorbeeid in hei belang der ïserning.
457 -
geven, dat slechts in ééne positie kan worden gebruikt? Zou zoodoende
het vertrouwen op zijn wapen niet geheel verdwijnen, juist op het
oogenblik dat hij dat vertrouwen dubbel noodig heeft?
De Nieuwe Soerabaja-Courant wijst er in zijn nummer van 12 Maart
op, dat er tegenwoordig bij de adjudant-onderofficieren weinig lust schijnt
te bestaan om als instructeur bij de Barisan op Madoera te dienen,
hetgeen toe te schrijven is aan feit dat zij bij het leger meerdere
inkomsten hebben.
Het blad ziet als eenig middelde tractementen zóóveel te verhoogen,
dat zij minstens even groot zijn als bij het leger.
Een ander geding is gaande, even oorspronkelijk en modern, maar
minder schokkend.
Het gaat tusschen den heer v. H. en het rijk over het eigendomsrecht
van de lucht. Het rijk wil telegraafdraden aanleggen over den tuin
van den heer v. H. en deze betwist daartoe het recht, niet omdat hij
beweert, dat het geheele stukje heelal boven zijn tuin hem toebehoort,
maar omdat de draden, door de geringe hoogte waarop ze gespannen
zijn, hem beletten op zijn erf te bouwen of te planten wat hij wil. Het
bouwen van een verdieping meer of het tot vollen groei komen van
een eik of populier zou door de draden kunnen gehinderd worden. Het
wordt dus niet een vraag van het aanbrengen van telefoon-of telegraaf
draden, maar van het spannen op welke hoogte.
Het rijk en zijn rechters moeten voorzichtig zijn, de aanspraken op
de lucht niet al te zeer te beperken, juist in een tijd, dat de herhaalde
nederdalingen van luchtballons met duitsche officieren op allerlei punten
van het land, o. a. ook in de stelling van Amsterdam, de aandacht van
onzen staf op deze ongenoodigde bezoekers heeft gevestigd, en hun recht
van onbeperkte doorvaart op alle hoogten in opspraak heeft gebracht.
Door den bodem van den ballonmand in te richten voor kinematografische
opnamen, zou men films kunnen verkrijgen, even leerrijk en belangrijk
voor den opnemer, als gevaarlijk voor het opgenomen land.
De rechten van den bezitter zijn onder, evenmin als boven, den grond
onbeperkt. Graaft hij een „schat" op en de wet geeft duidelijk aan
wat onder „schat" te verstaan is dan behoort die hem toe. Ontdekt
hij echter op zijn landgoed een mijn, dan treedt de staat als rechtheb
bende op, met schadeloosstelling, bij ontginning, aan den eigenaar voor
de hem te veroorzaken „overlast".
(N. 6 oer. Grt.)
De heer F. Pjekejia, die binnen niet al te langen tijd het Eegiment
grenadiers en jagers zal verlaten om in zijn tegenwoordigen rang van
lsten luitenant dienst te dosn bij de marechaussee, verricht in den
laatsten tijd een goed werk, dat de algemeene belangstelling overwaard is.