Boekentafel, De Militaire Spectator No. 2 opent met een artikel van kapitein Tonnet, „De beide Nederlanden en de groote oorlog," waarin besproken wordt een pas verschenen werk van den gepensionneerden generaal der infanterie Freiherr von Falkenhausen„Der grosse Krieg der Jetztzeit. Eine Studie iiber Bewegung und Kampf der Massenheere des 20en Jahrhunderts". Kapitein Tonnet zegt ervan: „Een ieder, die leeren wil, die den grooten oorlog wil bestudeeren, vindt in deze studie zooveel „höchst anregende Betrachtungen eingestrent," dat, om zoo te zegden elke bladzijde nieuwe leering brengt. Alle groote vraagstukken, die zich bij de leiding van meerdere legers te velde kunnen voordoen, zijn behandeld met een meesterschap, dat den naam van den bekwamen schrijver nieuwen luister bijzet." Generaal von Falkenhausen behandelt in deze studie een onderwerp, dat tot nu toe meer aan fantasie-schrijvers was overgelaten, de groote toekomst-oorlog, als bepaald geval gedacht. Het Duitscbe leger, versterkt door zes Oostenrijksche legerkorpsen, voert een oorlog tegen Frankrijk, Engeland en Italië. Hierbij komen Neder land, België eD Luxemburg hevig in 't gedrang. Met ernst protesteert kapitein Tonnet in zijn Spectator-artikel tegen de vernederende rol, in dezen oorlog aan de beide Nederlanden toege dacht. Het Belgische leger heeft aan de invallende Franschen geen weer stand geboden; de Engelschen rukken zonder slag of stoot over het Nederlandsche grondgebied vooruit, het Nederlandsche leger heeft zich verstopt" in de vesting Holland. Hoewel generaal von Falkenhausen êr telkens den nadruk op legt, dat zijne veronderstellingen onwaarschijnlijk zijn en zijne studie slechts een „Schulbeispiel" is, zegt Kapitein Tonnet terecht, dat het uit den aard der zaak onaangenaam aandoet wan neer schrijvers met goedklinkenden naam zich aan kwetsende veron derstellingen ten onzen opzichte gaan wagen en dat het boek aan waarde zou hebben gewonnen, als het hoofdstuk, dat over het aandeel der kleine Staten handelt, een vergeten hoofdstuk ware geweest. Luit. de Gelder begint in deze aflevering „Strategische Studiën" waarin als eerste onderwerp besproken worden de verbindingen. Na eene korte inleiding geeft hij eenige bladzijden over de verbindingen tijdens Napoleon I en vervolgens het begin zijner beschouwingen over de spoor wegen als strategische verbindingen. Het artikel is belangrijk als handlei ding bij verder voortgezette studie in deze richting en als zoodanig waarschijnlijk bedoeld. De kapitein der Artillerie Collette geeft een denkbeeld van moderne telefoon toestellen in dienst van veld- en vesting-artillerie, waarbij hij o.a. ook een kort woord wijdt aan het „dubbelbedrijf waarbij gelijk tijdig langs denzelfden draad getelefoneerd en getelegrafeerd kan worden.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1909 | | pagina 492