467 De lied. Sndische Rechtspraak en Rechtsliteratuur. De door Mix Genest door S. als uitstekende leveranciers genoemd aan onze Indische Cavalerie geleverde telefoon laat dit dubbelbedrijf ook toe. Mavors No. 2 geeft behalve eenige stukken, die voornamelijk voor Nederlandsche officieren van belang zijn, een artikel, hoe en vrat gemeld moet worden van luit. Wirix en de uitwerking der tactiek- opgave No. 1 door luit. ten Broecke Hoekstra (zie vorige Boekentafel). In het rOrgaan van de Bereden ArtillerieAfl. 2 stelt M. J. Looyen ook voor Nederland eene „paarden-militie" voor, ongeveer op de wijze, als die in Zwitserland werkt. In groote trekken komt het stelsel hierop neer, dat de Staat paarden aankoopt, africht en daarna aan parti culieren verkoopt, die de verplichting op zich nemen, die paarden tegen billijke vergoeding, telkens als dit noodig is, in huur af te staan, wanneer het leger ze noodig heeft. Na een zeker aantal jaren (in Zwitserland drie) is het paard het onbezwaard eigendom van den kooper. Kapitein Collette wijst in „De houwitserkeuze ten onzent" met een kort woord op moeilijkheden en gebreken, die zich in de constructie van snelvuur-houwitsers kunnen voordoen en hebben voorgedaan. In het Tijdschrift voor liet Binnenlandscli Bestuur''' van Febr. j.l. schreef de controleur J. H. Rering een „Schets van het Fransche Koloniaal bestuurssysteem", waaruitwanneer dat nog noodig zou zijn de conclusie valt te trekken, dat ondanks de scherpe critiek van vele ontevredenen de Nederlandsche Koloniën in vergelijking met b.v. de Fransche nog zoo slecht niet bestuurd worden, noch voor wat betreft de inboorlingen noch wat aangaat de kolonisten. Aan het slot zijn van arti kel zegt S. dat tegenover groote misslagen in de koloniale politiek der Franschen een groote deugd staat. „Die deugd is durf!" „De Fransche koloniale politiek leidt niet aan angstvalligheid om „in den zak te tasten, waar het de Koloniën en de eer van Frankrijk „als Koloniale mogendheid geldt." Wezen we in de 1ste afl. van dit jaar op het pas uitgekomen eerste deel (verschenen bij de firma G. C. T. van Dorp Co. Semarang- Soerabaja), thans is bet tweede ook in ons bezit zoodat het overzicht gemakkelijker is. Terecht zegt de schrijver in de voorrede: dat dit werk niet alleen bestemd is voor hen, die in de Wetboeken en Reglementen zóó geheel te huis zijn, dat zij dadelijk weten onder welk artikel zij eene gewenschte beslissing hebben te zoeken, doch ook bepaaldelijk voor de talrijke per sonen, die in Ned. Indië met rechtspraak belast zijn, en rechtshandelingen hebben te verrichten, zonder van de rechtswetenschap eene gezette studie te hebben gemaakt, en zonder altijd met rechtsgeleerden te rade te kunnen gaan. Zelfs voor deze laatsten is overigens het zoeken onder hoofden, den naam dragende van het onderwerp, meestal veel gemak kelijker dan het vooraf naslaan van het benoodigde artikel.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1909 | | pagina 493