31 Daar in vredestijd de compagnieën der laatstbedoelde bataljons slechts gedurende 6 maanden elk 60 a 80 miliciens hebben op te leiden, kunnen eenige onderofficieren en korporaals en per compagnie één luitenant onder gewone omstandigheden bij de compagnieën der twee andere bataljons worden ingedeeld. In verband hiermede zouden de 4 depötbataljons de volgende formatie kunnen hebben: (Staven worden niet vermeld, daar zij overeenkomen met de tegenwoordige). Afgezien van de 5 kapiteins, wijkt het aantal officieren en minderen van het vaste kader niet belangrijk van dat van de tegenwoordige formatie af. Gaan wij thans na in hoe verre de veld- en depötbataljons bij de door mij voorgestelde formatie zouden afwijken van de tegenwoordige sterkte. A. Vredesformatie. Kapiteins. Luits. of 0. Luit. Sorg -Majoor. Fourier. Eur. Serg. d. O 5 w _Q C i- O O G O d -+-> 3 W OT 3 3 bi) 3 co X S Amb. Korp. Amb. tamb. en hoornbl. Amb. Fus. Inl. Serg. cL O c 1 - Inl. tamb. en hoornbl. Inl. Fus. voor vrijwilligers. 3 Eur. Comp. 1 Amb. Comp 6 Inl. Comp. voor militie 40 Eur. Comp 3 4 6 40 42 4 24 20 3 4 6 40 3 4 6 40 33 44 06 50 49 2 12 50 9 30 60 200 42 40 3 20 72 60 18 420 Totaal. 20 60 20 20 46ojl43 39 260 42 40 3 20 72 60 48 420 B. Oorlogsformatie, voor vrijwilligers 3 Eur. Comp 1 Amb Comp 6 Inl. Comp voor militie (land weer) 40 Eur. Comp 3 4 6 40 9 3 48 30 3 4 6 40 3 1 6 40 24 8 48 80 33 80 9 30 60 200 42 40 3 20 72 60 48 120 Bovendien 2000 land- weerplich- tigen waar van 80 kor poraals. Totaal. 20 60 20 20 460 113 39 260 42 40 3 20 72 60 48 420 id. id.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1909 | | pagina 49