479 Bijzondere oorlogstoestand bij de Roode partij. Groote verliezen en vermoeidheid beletten voorloopig de behaalde over winningen door eene krachtige vervolging te voltooien. De Commandant der Roode partij besluit zijn sterk dooreengeraakte troepen te Pada- larang en omstreken eenige rust te gnnnen tot het herstellen van het tactische verband, het aanvullen van verliezen en voorraden, e. d. Om de voorgenomen voorwaartsche beweging zoo vlot mogelijk te doen ver inopen, stelt hij uit de afdeelingcn, welke het minst geleden hebben, een detachement, sameri, waarvan de commandant in den avond van den 23sten Maart de opdracht ontvangt, in den vroegen morgen van den volgenden dag af te marcheeren, om het défilé bij Tjirandjang ten be hoeve van de later volgende hoofdmacht open te houden. Samenstelling van het detachement: Inf. II en IY. peloton van C 1 A. 3, I bg. (4 stukken), met volledigen gevechts- en bagagetrein. Gevraagd: 1. het marschbevel voor het detachement- 2. de maatregelen, welke de Detachementscommandant bij aanlcomst te bestemder plaatse nemen zal en tvelke hij met behulp van de kaart op 150000 overweegt. N. B. Er wordt aangenomen, dat het detachement te 4 u. v. m. van den volgenden dag voor den afmarsch gereed kan zijn en dat de voor postenopstelling 3 K. M. ten westen van Padalarang den grooten post weg snijdt. De artillerie van beide partijen is uitgerust met snelvuurgeschut. Omtrent den toestand van spoor- en telegraaf lijn ten westen van Ra djamandala is niets bekend ten oosten van deze plaats zijn beide bruik baar. Om verder westwaarts dan Padalarang te komen, is nog geen rollend materiëel beschikbaar. De rivieren, welke op de overzichtskaart en bladwijzer van de krijgs- spelkaart van het terrein ten westen van Radjamandala door twee lijnen, met blauw er tusschen, aangegeven zijn, zijn ondoorwaadbaar, behalve op plaatsen, waar, op beide oevers, wegen of paden uitkomen. De met eene enkele lijn aangegeven rivieren zijn doorwaadbaar.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1909 | | pagina 505