481
onafscheidelijk verbonden aan den zoo moeilijken inzet van 1908.
Al was hij maar kort in actieven dienst geweest, zijn hart klopte
nog innig voor de makkers, van welke hij de accenters steeds
met belangstelling volgde.
Ik kon niets meer lezen uit het enkele bericht, dan erin
staat, doch ik voel, dat hij met zijn zwakke gezondheid den tol
heeft betaald aan het grillig klimaat.
Beelaerts! Gij hebt bewezen, dat het pad van roem en het
veld van eer niet noodig zijn om een gedenkzuil op te richten
in de harten uwer vrienden.
Makkers! Het eeresaluut voor den afgestorvene.
Dat zijne assche ruste in vrede.
Kooij.