488
mochten worden. Deze splitsing is van grooter heteekenis dan
die in de luitenantsrangen, omdat de majoorsrang slechts is
weggelegd voor een minderheid, terwijl, om zoo te zeggen, ieder
luitenant op zijn beurt kapitein wordt. Het „neen" en „ja"
is daarom in een luitenantsbeoordeeling meer vatbaar voor
verandering dan in de beoordeeling van een kapitein, waaruit
volgt dat vooral in laatstgenoemden rang de eenmaal zwart
op wit vastgestelde geschiktheid voor bevordering een kostbaar
goed is, dat slechts zelden verloren gaat.
Rekening houdende met de werkelijkheid, heeft men derhalve
het aangeteekende in de beoordeelingslijsten te beschouwen als
het resultaat van een meting met onvolkomen werktuigen,
dat, als geheel genomen, nog even voldoende waarde heeft om
er juist zooveel gebruik van te mogen maken als dringend
noodzakelijk is. Dat de onderdeelen van zulk een beoordeeling,
ieder op zichzelf beschouwd, te weinig waarde hebben voor
practisch gebruik, behoeft wel geen betoog. Zoo zal de commissie,
die geroepen werd een keuze te doen en derhalve de geschikt
heid van alle candidaten moet nameten, om uit de gevonden
verschillen te komen tot een rangschikking, slechts beschikken
over materiaal, dat in onderdeelen gesplitst geen voldoende
waarde heeft en als geheel genomen niets anders zegt dan dat
de beoordeelde met eenig vertrouwen kan worden aanbevolen
voor den werkkring, welke hem na bevordering wacht. Van
meetbare verschillen derhalve geen spoor en elke commissie,
die zichzelf voldoende respecteert om zich niet te wagen aan
een hoogst gevaarlijke schatting van allerlei onstandvastige
grootheden, zal zich onbevoegd moeten verklaren. Om met
eenige gerustheid een vergelijkend oordeel te kunnen vellen
moet men van alle betrokken personen minstens wetenle hoe de
beoordeelingen luiden2e welke beteekenis de beoordeelaar aan
het door hem medegedeelde hechtte en 3e wie en wat de beoordee
laar was of m a.w. welke waarde men aan zijn oordeel hechten kaD.
Waar niemand deze gegevens bezit of zich kan verschaffen,
zal eene vergelijkende beoordeeling nimmer voldoende betrouw
bare uitkomsten kunnen geven.
En nu heb ik nog niet gesproken van tal van andere bezwaren,
zooals