Eenheids-projectiel uoor Artillerie fe Uelde, x)
(Met Plaat).
Ook het projectiel volgt de evolutie op technisch-artilleristisch
gebied, welke evolutie leidde tot het bijna alom aannemen en
invoeren van schildbatterijen met kanonterugloop, het was deze
terugloop, die het aanwenden van schilden mogelijk maakte.
Het kanonterugloop-geschut triomfeerde ten slotte, niettegen
staande den belangrijken en hardnekkigen tegenstand in den
aanvang aan dat stelsel geboden.
Nu echter is het ook tijd om in verband met het overal
aanwenden van dat geschut, na te gaan tot welke consequenties
die invoering leidt, en hoe daaraan tegemoet te komen.
De karakteristieke eigenschappen van modern kanonterugloop-
geschut zijn de groote vuursnelheid welke bereikt kan worden
en het gedekt zijn der bedieningsmanschappen tegen G. K.
kogels, scherven en infanteiie-projectielen.
Om van de vermeerderde vuursnelheid alle voordeelen te
kunnen trekken, deze tot haar recht te kunnen doen komen,
moet over een groote hoeveelheid munitie zoowel in de batterij
als bij de artillerie-munitie-colonnes beschikt kunnen worden
en moet het vuren zelve eenvoudig ziju iedere complicatie doet
öf de vuursnelheid dalen, öf vermindert de uitwerking, dan wel
doet dit beide tegelijk.
Een in tijdstelling (T.) op schildbatterijen verschoten G. K.
heeft op deze batterijen weinig uitwerking, hoogstens eene mo-
reele op de bedieningsmanschappen. Wel kan dit vuur de
munitieaanvulling in de batterij zoo deze niet mechanisch
geschiedt onmogelijk maken.
Een in schokstelling (S.) verschoten G. K. heeft eveneens
weinig uitwerking op dergelijke batterijen, zelfs al vormen deze
1) Zie ook I. M. T. 1907, li, bU. 660 en 705.