504
Hoe men de munitie ook over de verschillende korven of kisten
verdeelt, hetzij dat men in ieder van beide projectielsoorten een
bepaald aantal bergt (gemengd vervoer), hetzij dat men afzon
derlijke kisten of korven voor elke projectielsoort bezigt (ge
scheiden vervoer), aan beide wijzen van vervoer kleven nadeelen.
Bij gemengd vervoer kan het voorkomen, dat in sommige
perioden van den strijd één projectielsoort benoodigd is, zoodat
de niet te benutten projectielen een nutteloozen last vormen en
het aantal projectielen van de soort, waaraan behoefte is, daardoor
geringer in aantal is en dus spoedig aanvulling vereischt.
Bij gescheiden vervoer treedt vertraging in, wanneer het gevecht
het aanwenden van een andere projectielsoort eiscbt en zal meer
tijd noodig zijn om de verlangde soort in voldoende hoeveelheid
in batterij te brengen x).
Uit een en ander volgt, dat het logisch is, voor de berg-artillerie
een eenheidsprojectiel te eischen 2).
Doch waar overal, in het algemeen in alle Staten, voor de
artillerie te velde zich een streven naar een eenheidsprojectiel
teekent, is het bezit daarvan voor Indië een onafloijsbare eisch'
Zooals de Minister van Koloniën den llden November 1.1. in
de Vergadering der Staten Generaal verklaarde, zijn de in Indië
opgelegde voorraden niet zoo groot, dat ze „op alle eventualiteiten
berekend zijn."
Zij kunnen ook niet zóó groot genomen worden, gelet op het
gevaar van verwering en bederf.
Wij bezitten de wetenschapdat bij een eventueelen oorlog met
een B. V. de communicatie met Europa zal zijn afgesneden.
Logisch volgt hieruit, dat, wil onze weerstand eenig effect
hebben, eenigen tijd kunnen duren, wij in Indië in staat moeten
zijn èn voor zee-, èn voor landmacht, de munitie zelve te ver
vaardigen.
Voor de landmacht geldt dit voornamelijk voor de infanterie-
munitie en voor de munitie voor de artillerie te velde, welke
munitiesoorten men als 't ware in onbeperkte hoeveelheid zal
moeten en kunnen gebruiken.
(1) Zie ook I. M. T. 1907, II, blz. 670.
(2) Wetenschappelijk Jaarbericht 1907 1908 der Yereeniging ter beoefening van de
Krijgswetenschap.
