35
Ear. compagnie één luitenant aanwees voor speciale betrekkin
gen (officier van wapening, cantine commissaris) en deze offi
cieren bezigde voor allerlei korps- en garnizoensdiensten, waar
mede thans de diensttijd van een troepenofficier zoo herhaal
delijk vergald wordt, dan zou dit aan de oefening van den
troep ten goede komen.
b. De vermindering van het aantal Amboineesche gegradueer
den zou misschien nadeelig op de werving kunnen werken. Zou
dit het geval blijken te zijn, dan zou men het Inlandsch kader
bij de Subsistentenkaders dan wel bij de Inlandsche veldcompag-
nieën gedeeltelijk door Amboineesche gegradueerden kunnen
vervangen.
c. Het 4de Depot-bataljon zou naar Java moeten worden
overgebracht. Weltevreden of Mr. Cornells zou hiervoor, in
verband met het groot aantal Europeanen te Batavia en de aan
wezigheid der kustforten, de gunstigste standplaats zijn. Voor-
loopig zou het bataljon echter, desnoods gesplitst, elders gele
gerd kunnen worden.
d. In dit opstel werd van de veronderstelling uitgegaan,
dat alle 20 veldbataljons op Java aanwezig waren. Daar echter
slechts drie Eur. compagnieën in de buitenbezittingen gelegerd
zijn, maakt dit slechts een gering verschil.
e. Bij militie en landweer is behalve op 8 korporaals,
niet op kader gerekend. Om milicien-korporaal te worden be
hoeft de dienstplichtige niet langer te dienen, hetgeen voor
hoogere graden wel het geval zou zijn. Zij die in Nederland bij
militie of reservekader officier of onderofficier werden, zouden
zonder bezwaar in Indië in hun rang of graad bij militie of land
weer kunnen worden ingedeeld. Hetzelfde geldt voor gepaspor-
teerde Eur. onderofficieren en gepensionneerde officieren van het
Nederlandsche of Nederlansch-Indische leger die zich in Indië
vestigen, mits zij natuurlijk physiek hiertoe geschikt zijn.
f. De invoering van eenen algemeenen dienstplicht in Indië
zal door de Europeesche bevolking niet bepaald met vreugde
begroet worden, maar dit is in geen enkel land het geval geweest.
Men kome den dienstplichtigen echter zooveel mogelijk tegemoet
door, waar mogelijk, bij de indeeling bij depot- en veldbataljons
met hunne wenschen rekening te houden. Dienstplichtigen die