Eerie Oueririnmiig
Onder mededeeling van de betrekkelijke gegevens meldde ons
Skoda, dat het proefkanon „angeschossen" was C1), eene mede
deeling, die terecht te vaag genoemd werd, om daarop te kunnen
reageeren.
Naar aanleiding van de kans ook anderen dan Krupp bij de
verwapening onzer bereden artillerie te geven, schreven wij de
Skodawerke aan en vestigden er nadrukkelijk de aandacht
op, dat nadere inlichtingen niet alleen gewenscht, doch nood
zakelijk geweest waren.
Hierop zond de firma ons nu een schrijven en eene brochure
met foto's, waaruit bleek, dat zij in de door ons aangegeven
richting had doorgewerkt en in 1908 reeds geslaagd was te
komen tot een draagbaar kanon met verhoogd ballistisch ver
mogen van een kaliber van 7,5 c.M. voor een projectiel van
6,5 K.Gf. met een Vo. van 380 M. (2).
De ballast werd bij dat stuk niet als mantel of kap geplaatst,
doch in twee deelen gesplitst en aan weerszijden aangebracht, ter
bescherming van een deel van het kanonterugloop-mechanisme.
In de volgende aflevering zal eene beschrijving met afbeel
dingen van het proefkanon verschijnen.
Het grondideeverhoogen van het ballistisch vermogen
vooral voor moderne gedragen artillerie van zoo groot belang
door vermeerdering van het gewicht der terugloopende massa,
eerst practisch en technisch mogelijk geworden door den kanon
terugloop op de affuit, heeft dus gezegevierd!
Van deze hoogstaande geschut-constructie, hoewel bij Koloniën
bekend, werd in Nederland voor de verwapening der artillerie
van het Indische leger niet de minste notitie genomen (3).
(1). I. M. T., 1907, ir, blz. 910.
(.2). Gelijkstaande voor een projectiel van 6 K.G. van 400 en voor 5,4 K.G. van 420 M.
(3). Wellicht naar aanleiding van do uitspraak van den Minister van Kolomen in de
Staten Generaal: „ïk vil geen sehroefsluiting
33
I. M. T. 1909.