Bet Indisch militair Tijdschrift, In de 9e aflevering van dezen jaargang vinden wij overgeno men een artikel van Tommy Atkins, waarin deze schrijver een heroep doet op de officieren die „beu zijn van strategische barrières e. d.", om het I. M. T. de andere wereld in te helpen. T. A. verwondert en ergert er zich blijkbaar over dat dit tijd schrift bijna geheel gezwegen heeft over de Wekker-artikelen en hunne gevolgen, maar nu vraag ik T. A. toch in gemoede af, of dit tijdschrift nu wel de plaats is om zijne meening te uiten over eene questie, waarbij het persoonlijk element zoo op den voorgrond treedt, als hier het geval is. Eene eenvoudige vermelding der feiten was uit den aard der zaak overbodig, daar toch van elk officier verwacht mag worden dat hij een behoorlijk dagblad leest. Dat ons eenige militaire tijdschrift steeds een open oog heeft voor de maatschappelijke en materieele belangen van het leger is zeker toe te juichen, maar waar anders dan in dit ééne tijdschrift is plaats voor artikelen van zuiver militair-w6tenschappelijken aard. Of behoort T. A. misschien tot die categorie van officieren, die beweren dat krijgswetenschap in het geheel geen wetenschap is, of althans voor het Indische leger van geen nut is? (ik heb er zoo gekend!) Ieder ontwikkeld man, hij zij arts, ingenieur of advocaat, voelt zich tegenover zijn persoon en zijn ambt verplicht zich op de hoogte van zijn tijd te houden, maar de officier? Het is een onbestreden feit dat de Indische officieren in het algemeen zeer weinig tijd besteden om hun literatuur bij te houden en dat ernstige studie werkelijk een zeldzaam uitzonde ringsgeval is 1), welnu, in het feit alleen dat het I. M. T. eenige producten van dergelijke studie heeft opgenomen, waardoor ook Ik laat natuurlijk buiten beschouwing hen die door hunnen werkkring hiertoe verplicht zijn.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1909 | | pagina 55