541
moeten zijn van deugdelijk pantser en bewapend met geschut, waarvan
de kwaliteit gelijk is aan dat van den vijand. Verstaat me» onder een
deugdelijke pantsering die van de „Dreadnought" b.v., dan dienon ook
onze kleine pantserschepen minstens even zwaar en voor een even groot
gedeelte als genoemd slagschip gepantserd te zijn, terwijl hun hoofdbe
wapening uit eenige kanons van 30.5 c.M. zal dieuen te bestaan.
Gaat men na, iu hoever „de Zeven Provinciën" aan dien eisch voldoet,
dau ziet men al dadelijk, dat een emplacement van pi.m. 6500 ton voor
die kleine pantserschepen in de verste verte niet voldoende is, waarschijn
lijk zouden zij belangrijk meer drn 10.000 ton vorderen.
Zeer zeker zullen die schepen bij 't nadereu der vijandelijke vloot
niet weggejaagd kunnen worden door lieh'e kruisers, doch even zeker
zullen zij de minderen zijn van de vijandelijke slagschepen, die over
meer vaart en meer kracht beschikkend, hen dan ook spoedig zullen
inhalen en verslaan, ongeacht of zij een trausportvloot begeleiden of niet.
Wel zullen zij bij dien strijd zelf ook de noodige klappen oploopen, doch
waar nu eenmaal is aangenomen dat de vijand met een grooto macht
ten tooneele is verschenen, immers dit werd ook bij de behandeling der
torpedovloot verondersteld, daar zal hij zich die klappen laten welgeval
len omdat zijn hoofddoel is het overbrengen der transportvloot.
Plet is te 'hopen, dat het bij onze ariillerievloot behoorend minderwaar
dige torpedomaterieel de niet aan het gevecht deelgenomen hebbeude
vijandelijke kruisers en jagers nog genoeg zorg baren zal, om het „tijd-
winnen" meer dan louter illusie te doen zijn.
Do vaagheid van den luit. t/z Gooszen in deze hoofdkwestie is wer-
keljjk zeer te betreuren. Is de schatting van het deplacement der z g.
kleine pantserschepen op pl.m. 12.000 ton juist, dan dient men natuurlijk
de bijkomende omstandigheden: ruim 12 millioen gulden per schip, dokken,
havens, bijbehoorende torpedovaartuigen enz. enz. niet uit het oog te
verliezen; dan zal men ontwaren, dat men voor een onoplosbare geld
kwestie staat.
En het is juist, om zich niet. in te laten met een financieel avontuur,
dat, nauwelijks begonnen, toch uit gebrek aan middelen weer zon moe
ten opgegeven worden; het is om een plan aan te geven, 'c welk moge
lijk was, dat de commissie haar torpedovloot aanbeval.
Een van de voornaamste redenen, waardoor de kans op succes voor
een torpedovloot door zooveleu tegenwoordig vrij groot geacht wordt, is
de groote ontwikkeling, die de o n d e rz ee bo o te n de laatste jaren hebben
ondergaan.
De luit. t/z Gooszen, hoewel van oordeel, dat de onderzeeboot een mach
tig wapen is, maakt er zich in zijn artikel vrij gemakkelijk van af, door
ze totaal niet mee te rekenen op grond van de meening, die meermalen
zou uitgesproken zijn (door wie?) dat de hooge temperatuur het verblijf
aan boorl van die vaartuigen onder water ondoenlijk zou maken.
Waarop berust de meening, dat de onderzeeboot in tropische wateren
onbruikbaar zou zijn?
Het is niet te ontkennen, dat er enkele slechte geruchten zijn komen
overwaaien omtrent de ondervinding, opgedaan met de Fransctie onder
zeebooten in Indo-China. Geheel in 't raidden latend, in hoever die geruch
ten waarheid bevatten, dient men in het oog te houden, dat die booten
slechts een deplacement hebben van 68 ton, terwijl hun reservedrijfver-