38
anderen zonder studie in staat gesteld worden eens met wat anders
kennis te maken dan met een schuin romannetje of een mopper
artikel uit een dagblad, vinden T. A. c. s. aanleiding dit tijdschrift
ter dood te veroordeelen
Dit zoo gesmade compilatiewerk is daartoe bijna het eenigste
middel en verdient reeds daarom alleen wel wat meer waardee
ring, dan T. A. er voor schijnt te gevoelen.
Als het I. M. T. zou weigeren dergelijke stukken te plaatsen,
zouden T. A. en zijne geestverwanten stellig niet langer met
„strategische barrières e. d.", waarvan zij zoo beu zijn, worden
lastig gevallen; het is toch duidelijk genoeg dat niemand het
in zijn hoofd zou halen een dergelijk artikel in brochurevorm
uit te geven, daar het geringe debiet den prijs buitengewoon
hoog zou maken.
Het bestudeeren (niet het lezen der krijgsgeschiedenis wordt
zelden, en in ons leger zeer zelden, op de juiste waarde geschat.
Behalve de directe lessen die deze studie ons biedt, waardoor in de
toekomst eens gemaakte fouten kunnen worden vermeden, heeft
zij nog een zeer groot voordeelze leert b. v. hoe ook bij het
krachtigste leger oogenblikken van zwakte, zoowel bij den troep
als bij de aanvoering, kunnen voorkomen, welke momenten vaak
door eene minderheid in aantal aüsgenützt kunnen worden om
een groot succes te behalen. Zij kweekt een vertrouwen in
het officierskorps, dat ook een numeriek zwak leger nog niet
onvoorwaardelijk aan den goeden uitslag van een gevecht of
veldtocht behoeft te wanhopen.
Laat ons toch niet vergeten, dat het gulden devies „Erst wagen
dann wagen" nog niets van zijne actualiteit verloren heeft;
dat, „wagen" evenwel moet geleerd worden, en is slechts door
studie van de krijgsgeschiedenis te verkrijgen. Zoolang het
Nederlandsche volk aan het Indische leger den eisch stelt, dat
het zoo noodig Nederlandsch-Indië tegen een buitenlandschen
vijand zal verdedigen, is het officierskorps verplicht zich voor
deze taak voor te bereiden en te bekwamen, en nogmaals: de
studie van de krijgsgeschiedenisook van de Europeescheis hiertoe
onontbeerlijk.
De wijze waarop T. A. de artikelen van de heeren Pabst en
H. K. wraakt, zonder zelfs in een eenigszins ernstige kritiek