Ouerzicht uit enkele maandschriften. 549 De Militaire Spectator No. 3 bevat, behalve vervolgstukken van „De rapporten van de Deensche parlementaire commissie in zake de landsver dediging" door T. en „Strategische Studiën" door C. C. de Gelder (zie vorige Boekentafels) o. a. het eerste gedeelte van eene interessante studie „Krijgsgeschiedkundige aanteeke ningen en be s tr ij din ga me th ode der malaria" door den off. v. gez. Ie kl Dr. van Loo, ■waarin o. a. -worden aangegeven de eigenaardige methoden, bij de veld tochten van Engelschen cf Fransehen in Zeeland ter bestrijding der malaria toegepast. „Het is te hopen", zegt S., „dat niet over een tweetal eeuwen „met dezelfde ironische verbazing zal worden gelezen,-wat onze schrijvers „nu in zelfbewuste zekerheid opteekenen". Mavors gaat voort vooral applicatorisch tactische opstellen op te nemen, waaruit de „verlofs officieren" op practische en aangename wijze hun militaire kennis kunnen vermeerderen. Zoo behandelt in No. 3 kap J. N. Bruyn „F 1 a n k d e k kin gen" en de le luit. S. Schilderman. „Het vuren uit toevallige opstellingen (vesting-artillerie). Luit. Adj. ten Broecke Hoekstra geeft de onderstelling en opdracht voor tactiek- opgave No. 2: een aanslag op een spoorlijn door een vrijwilligers-afdee- ling. Behalve de maatregelen door den Ct. voor de vernieling te nemen, wordt ook gevraagd: ,Hoe heeft die vernieling plaats (springmiddelen heeft hij niet, spoorweggereedschap is te verkrijgen)?" en „Wat doet hij, wanneer de vernieling gereed is?" vragen, wel geschikt om de jonge aanvoerders ook wat verder te doen nadenken dan wat reglementen en voorschriften hun leerden. Een zeer belangrijk onderwerp is ook het „Rapport over het slechte marcheeren" aan den M. v. O. ingediend. Onder de opgespoorde oorzaken van algemeenen en bijzonderen aard troffen ons, als ook voor ons leger de overdenking waard, de volgende: ,,De op velerlei gebied aan te toonen vermindering aan energie, aan wils kracht, de neiging toe te geven aan gemakzucht, de meerdere aandacht, welke aan rechten, vergeleken bij verplichtingen, geivijd ivordt. Zulks wordt in de liand gewerkt door een deel der pers, welke er zicli toe leent in haar kolommen op te nemen opgeblazen klachten betreffende overdreven geoordeelde diensten, waarbij de soldaten als martelaren worden voorgesteld en waardoor het aantal simulanten, aggravanten, energieloozen en onwilligen toeneemt, terwijl daarentegen de bevelvoerenden huiverig worden te vorderen, hetgeen toch in billijkheid geëisclit mag, ja, moet worden. Het meer en meer ontbreken van ouder en gehard kader. De onmiskenbare angst, veel van den man te vorderen. Daarop is van aanzienlijken invloed de wijze, waarop in de Staten-Gene- raal de handelingen van aanvoerders dikwerf aan weinig welwillende cri- tiek worden onderworpen en de soms meer dan ergerlijke uitlatingen in een deel der pers. In de rubriek „Recueil Militair" vonden we de mededeeling dat het aantal „agenten voor den dienst van het Indische leger" der z. g. werfagenten van zes tot negen is verhoogd. De proefneming schijnt dus wel goede resultaten te geven. In de Indische Gids No. 3 een scherp artikel van Dr. Ivunst over „De bestrijding der malaria in enze koloniën door Dr. J. II. F. Kohlbrugge" met naschrift van den laatste.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1909 | | pagina 575