555
Opleiding Officiersrang.
Uerbetering der positie oan de leerlingen aan den Boofdcursus,
leven zijn geroepen vergeten we toch niet dat het denkbeeld excursie
veel ruimer wordt toegepast dan „expeditie" en dat voorstellen om ver
andering van de zijde der betrokkenen, het meestal niet verder brengen
dan de vorm van een wensch.
In verschillende dagbladen lazen we over mogelijke nieuwe regeling
van de opleiding tot den officiersrang het volgende, ontleend aan de
Kamerverslagen
Opleiding officiersrang. Het voornemen tot opheffiing der Ca-
dettenschool werd in beginsel algemeen toegejuichtmen stemde overeen in
de meening, dat deze inrichting hoe eer hoe beter behoort te verdwijnen.
Yan het voorgestelde wetsontwerp verwachtte men grooter toeloop
naar de Koninklijke Militaire Academie.
De opleiding aan de academie kan voorts, meende men, veilig tot
twee jaren worden ingekrompen, met uitzondering voor de officieren
van de genie en voor de weinige artilleristen voor de technische in
richtingen bestemd, die dan ook aan die inrichtingen blijvend verbonden
behoorden te worden. De opleiding van beide laatstgenoemde cate
gorieën ware naar de Technische Hoogeschool over te brengen.
Andere leden konden zich met deze laatste opmerking niet vereenigen
en zouden er de voorkeur aan geven, aan het hoofd van de technische
inrichtingen burger-ambtenaren te plaatsen.
Sommige leden meenden, dat de hoofdcursus en Koninklijke Militaire
Academie niet naast elkaar behooren te bestaan. Anderen stemden met
deze opvatting niet in.
Overigens werd er van meer dan ééne zijde op gewezen, dat de onvol
doende toeloop naar de officierscarrière gezocht moet worden in de on
bevredigende vooruitzichten in deze loopbaan. Betere promotiekansen
werden noodig geacht.
Met het beginsel, dat voortaan jongelieden, in het bezit van één der in
art. 26 genoemde getuigschriften, zonder toelatingsexamen tot de Konin
klijke Militaire Academie zullen worden toegelaten, kon men zich al
gemeen vere enigen.
Observator schreef in de Nieuwe Soerabaja-Courant van 5 April een
artikel „Uit de Nederlandsche Militaire Wereld", waaraan we het vol
gende ontleenen
Yóór kort is een kon. besluit verschenen, dat niet geringe wijziging
brengt in de geldelijke positie van de onderofficieren, leerlingen van den
Hoofdcursus. Met ingang van 1 October e. k. zullen deze een zakgeld
ontvangen van f 2.25 's weeks.
Gedurende hunne detacheering bij de korpsen van 1 Juli tot 15 Sep
tember genieten zij daarenboven een toelage van f 0.20 daags, terwijl,
onverminderd deze verhooging, ten aanzien van de onderofficieren-leer
lingen, herkomstig uit het Ned. Ind. leger, de bijslag van f 0.30 daags
gehandhaafd blijft.
Bovendien en dit is van gróóte beteekenis zullen de leerlingen
door de zorg van het Rijk worden gekleed en gevoed.