560
1. Majoor Tückermann is van oordeel, dat de woorden «eenige belang
rijke verandering" in ruimen zin moeten worden opgevat, al is het hem
hekend dat ook de engere beteekenis, door den Minister voorgestaan, wel
eenige voorstanders heeft gevonden. De legercommandanten, de generaals
de Brdyn en Boetje, die de heer Tückermann als adjudant bijstond, waren
ovenals de toenmalige chefs van de 1ste afdeeling, de luitenant-kolonels ten
Bosch en Schmidt, steeds voorstanders van de toepassing in ruimen zin.
Hij licht de gegrondheid van zijne opvatting met verschillende voorbeelden
toe en komt tot de slotsom «Zonder verdere kennis van feiten moet mijn
antwoord op de vraag of aan het feit van de ontheffing uit uw commando
te Salatiga eene tusschentijdsche beoordeeling had moeten voorafgaan, m.i.
dan ook beslist bevestigend worden beantwoord. Mannen als generaal de
Bruyn, Boetje, oversten ten Bosch en Schmidt, zouden zeer zeker het
zelfde antwoord hebben gegeven.
2. Generaal Boetje schrijft in de reeds aangehaalde bijlage E van de
Nota van Verweer «De meening, dat het Indische legerbestuur onder de
uitdrukking »eenige belangrijke verandering in de beoordeeliDg" voor
komende in 10 sub 2 der instructie opgenomen in de Algemeene Order no.
68 van 1898 altijd uitsluitend die veranderingen heeft verstaan, welke wij
ziging brengen in de invulling van kolom 8 der beoordeeliDgslijst, deel ik
niet mijne stellige overtuiging is dat elke belangrijke wijziging in het oor
deel tot eene tusschentijdsche beoordeeling aanleiding geven moet."
3. Generaal-majoor J. D. ten Bosch, die als hoofdofficier jarenlang chef
der 1ste afdeeling van het Departement van Oorlog was, en als zoodanig
had te waken voor een juiste toepassing der bepalingen omtrent beoordee
ling van officieren, schrijft in dato 14 Augustus 1908 (Bijlage J van de
Nota van Verweer). «De interpretatie en uitleg van 10 al. 1, sub 2 van de
Instructie opgenomen in de Algemeene Order 1898 no. 69 is nimmer geweest
dat onder »eenige belangrijke verandering" in dit punt bedoeld, uitsluitend
zou moeten worden verstaan eenige wijziging in gunstigen of ongunstigen
zin van kolom 8 der beoordeeling.
»In de praktijk zou eene zoodanige interpretatie trouwens ook niet toe te
passen zijn, want dan zou bijv. betreffende een kapitein, die in kolom 8
ongeschikt werd geacht voor bevordering uithoofde van te weinig ontwik
keling, geen tusschentijdsche beoordeeling kunnen worden ingediend, indien
in den loop van het jaar andere tekortkomingen aan het licht kwamen, als
weinig dienstijver, gebrek aan waarheidsliefde enz. enz.
»Evenzoo zou dan voor een officier, die zich aan verregaand wangedrag
schuldig maakte, zoodat hij voor een raad van onderzoek moest verschijnen,
geen speciale beoordeeling mogelijk zijn, indien hij in kolom 8 bereids on
geschikt was verklaard, ten gevolge van bijv. onvoldoende kennis van zijn
exercitiereglementen.
»Uwe op zich zelf met alle beginselen strijdende ontheffing van het com
mando te Salatiga wijst zeer zeker op eene belangrijke verandering bij de
beoordeeling van uwe conduite en had naar aanleiding daarvan dan ook
eene tusschentijdsche beoordeeling moeten worden opgemaakt."
4. Generaal-Majoor G. F. Soeters schrijft in dato 15 October 1908:
»In 10 der «Instructie enz." belioorende bij A. O. 1898 no. 69 wordt
onder 2de a voorgeschreven, dat op de ligger-beoordeelingslijst eene tus
schentijdsche beoordeeling moet worden ingeschreven, indien in de beoor
deeling in den loop van het jaar eenige belangrijke verandering plaats
heeft.
«Jarenlang heb ik met beoordeelingslijsten te maken gehad, niet alleen
als korpscommandant en als afdeelingseommandant, maar ook als hoofd
officier bij de 2de afdeeling van het Departement van Oorlog, waar de
beoordeelingen van alle infanterieofficieren door mijne handen gingen en
nimmer is mij gebleken, dat het legerbestuur eenige beperking in het bo
venaangehaalde voorschrift heeft gemaakt,
«Naar mijne meening en ondervinding moest, toen de A. O. 1898 no. 69
van kracht was, elke belangrijke verandering in de beoordeeling omtrent
een officier, in den loop van het jaar aan den dag getreden, tussehentijds
op den ligger-beoordeeliDgslijst worden ingeschreven.
«In den regel zal eene belangrijke verandering verband houden met de