570 3, Hoofdmachttevens marschor de. 2 compagnieën van Inf. II. A. 3. I. bg. Inf. IY, waarbij 1 ordonnans der cav. I 200 M. •I 4. Achterspits. 1 groep van Inf. IY. Mondeling aan de commandanten der bataljons, van de batterij en van bet peloton cavalerie. wezen telegraafpersoneel met gereed schappen. 5. De bagagetrein marcheert te 8 u. v. m. af naar Tjirandjang, zoo geen ander bevel ontvangen wordt. 6. De Detachementscommandant, waarbij 2 ordonnansen der cavalerie (de twee overigen zijn in de troepen- indeeling genoemd), bevindt zich tus- schen voorhoede en hoofdmacht. De Detachementscommandant, R., Luitenant-kolonel. Tot toelichting diene nog het volgende: Omschrijving van den algemeenen toestand. Het is van belang in den aanhef van beide bevelen de behaalde overwinning en de vervolging, die de kroon op het werk moet zetten, goed te laten uitkomeu. Het vermeerdert het zelfvertrouwen van allen en daarmede de kans op slagen. Zelfs is een weinig overdrijving in het voordeel der eigen partij en ten nadeele van den vijand aan te bevelen. Ook in dit opzicht kunnen wij- leeren van den grooten Napoleon. De legerorder, welke hij den lsten Deo. 1805, den dag vóór den Driekeizersslag bij Austerlitz, uitgaf, begon als volgt: „Soldats „L'armée russe se présente devant vous, pour venger l'armeé autri- „chienne d'Ulm. Ce sont ces mêmes batailions, que vous avez battus a Hol- „labrunn, et que vous avez poursuivis constamment jusqu'ici." „Les positions, que nous occupons, sont formidables. Pendant qu'ils marcheront pour tourner ma droite, ils me présenteront le flanc" 1). Echter vervalle men niet in misleiding omtrent den waren toestand dit middel is erger dan de kwaal. Gebruik van de cavalerie. Het is te voorzien, dat de geslagen partij maatregelen zal nemen, om eene vervolging te beletten, althans te ver tragen. Daaronder behoort voorzeker het afsluiten van de defile's in den grooten postweg Padalarang Tjiandjoer met vernieling van de over gangen. Om zoo spoedig mogelijk hieromtrent zekerheid te hebben, zendt de Detachementscommandant zijne cavalerie onverwijld vooruit. Om zooveel mogelijk vooruit te kunnen zenden, aarzelt hij niet, de colonne van cavalerie te ontblootendit is wel niet in het belang van den veilig heidsdienst, doch tegenover een geslagen vijand is dit nadeel niet overwe gend. Overtreding van het beginsel, neergelegd in L. B. Y. 42, wordt door de omstandigheden noodzakelijk gemaakt 2). 1) De Oostenrijkers worden geheel buiten haakjes gebracht. Zie P. De Slag bij Aus terlitz. Militaire Spectator 1888, blz. 763. 2) Trouwens, het is zeer twijfelachtig, of het gebruiken van de cavalerie in de eerste plaats voor de rechtstreeksche beveiliging onder de meest voorkomende omstandigheden onverdeelde insten ming vinden zal.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1909 | | pagina 596