574 2. Zoodra de infanterie der voor hoede op den westelijken oever der Tji Sokan aangekomen is, zet de cavalerie, met achterlating van 1 gegradueerde en 3 ruiters te mijner beschikking, de verkenning in de richting van Tjiandjoer voort. Zij verkent den toestand van de spoor- en telegraaflijn Tjirandjang Tjiandjoer en neemt zoo noodig maatregelen ter herstelling. Zij stelt vast, of Tjian djoer al dan niet door den vijand bezet is, en zoo niet, of de vijand afgemar cheerd is in de richting van Soeka- boemi, dan wel over Mangoenkerta- Poentjak, waarop zij, desnoods morgen, nabij Tjiandjoer terugkeert. Is Tji andjoer wel bezet, dan blijft zij met den vijand in voeling, om bewegingen zoowel naar mijn detachement toe, als er van af, bijtijds te kunnen melden. 3. De voorhoede, gevolgd door de bij de hoofdmacht marcheerende com pagnieën van Inf. II en de batterij, gaat over de noordelijke brug over de Tji .-okau. De voorste compagnie bewaakt den grooten postweg en stelt zich op in den kampongrand, 200 M. ten westen van paal 34. De overige 3 compagnieën van Inf. II bivakkeeren in het gedeelte van Tjirandjang ten noorden van den grooten postweg; de batterij, alsmede de bij het deta chement achtergebleven cavalerie, bi vakkeeren in het gedeelte ten zuiden van den grooten postweg en ten 1 oosten van den harden weg, die bij hoogtepunt 271 den grooten postweg ontmoet. Inf. II geeft eene groep als brug- gewacht bij de noordelijke brug. Deze groep stelt een dubbelpost bij het telegraafkantoor van Halte Tjiran djang i). 4. Inf. IY marcheert over de spoorwegbrug (de gevechtstrein zoo noodig over de middelste der 3 brug- gen); de voorste compagnie bewaakt 1) Wanneer men erin geslaagd is, de telegraaflijn Radjamandala-Tjirandjang te her- stellen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1909 | | pagina 600