576 afgemarcheerd is, wanneer zij Tjiandjoer onbezet vindt, nabij deze plaats moet terugkeeren, dus de eens verkregen voeling prijsgeven. De Detache mentscommandant heeft hiervoor de volgende reden Het peloton cavalerie is hem toegewezen om hem bij de uitvoering van zijne opdracht: het openhouden van het défilé bij Tjirandjang ten behoeve van de later volgende hoofdmacht, behulpzaam te zijn, d. w. z. zijne cavalerie houdt hem op de hoogte van die bewegingen van den vijand, welke rechtstreeks invloed op zijne plannen kunnen uitoefenen. Bewegingen van den vijand op grooten afstand zijn voor hem van geen onmiddellijk belang, omdat het detachement zal optreden nabjj het te dekken défilé. Laat hij de eens verkregen voeling behouden blijven, ingeval van ontruiming van Tjiandjoer door den vijand, dan treedt zijne cavalerie langzamerhand als strategisch verkennende cavalerie op, waar voor zij niet met het detachement is medegegaan en bovendien is de detachementscommandant haar kwijt. Hij stelt aan zijne cavalerie dus als grens den driesprong bij Tjiandjoer, -+- 10 K.M. van Tjirandjang verwijderd. Men kan dus niet zeggen, dat hij zijne, 12 ruiters sterke, vooruitgeschoven cavalerie angstvallig dicht bij zich houdt. Zooals de opdracht aan den pelotonscommandant gesteld is, heeft hij, menschelijkerwijze gesproken, zekerheid, dat hij bijtijds bericht krijgt van bewegingen des vijands, voor hem van rechl- streeksch belang. De pelotonscommandant moet zich dan ook beschouwen als geltonden aan het detachement te Tjirandjang en eerst dan gehecht aan den vijand, zoodra deze voor dat detachement gevaarlijk worden kan. Zoodra bij dus ergens zijn nachtkwartier gevonden heeft, zoekt hij verbinding met Tjirandjang 1 j. Daar het bij het vertrek uit Padalarang er op aankwam, hoe eerder boe liever op de hoogte van den toestand bij Tjirandjang te zijn, zond de Detacbementscommandant bet peloton rechtstreeks derwaarts en liet hij, om haar elke vertraging te in sparen, den toestand van spoorweg en telegraafverbinding tussehen Radjamandala en Tjirandjang verkennen door eene patrouille van de voorhoede, waarbij technisch personeel met gereedschappen Voorbij Tjirandjang is het echter niet meer noodig de cavalerie van deze taak te ontlasten. Menigeen zal twijfelen aan de mogelijkheid van uitvoering van wellicht noodzakelijke herstellingen aan spoor- en telegraaflijn en het zal dan ook dikwijls voorkomen, dat de beschadigingen te ernstig zijn, om door cavalerie met eigen middelen of anders met gerequireerde gereedschappen te worden hersteld. De detachementscommandant weet dit heel goed, doch het is peen beletsel voor hem om het niet eens te probeeren en het mag nog minder voor de cavalerie een beletsel zijn, om zich reeds in I vredestijd op dergelijke werkzaamheden terdege toe te leggen 2). Veiligheidsdienst. Wanneer de afsluiting van de uit het westen op Tjirandjang uitkomende wegen opgedragen werd aan twee compagnieën 1) Aanbevolen wordt de lezing van het belangrijke artikel van den Ritmeester K* W. Rauh: Een Cavalerist over Cavalerie. I. M. T. 1908, I, blz. 323,419 en 541. 2) L B. V. 22 en de daarbij beboorende noot (1) spreekt alleen van verniel in: en, niet van herstellingen, die, blijkens het hier besproken geval, toch evenzeer noodig kunnen zijn om de operatiën van de eigen troepen te bevorderen. In dit opzicht is de L. B. Y. erg defensief gestemd.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1909 | | pagina 602