584 Het kauon heeft een kaliber van 7.5 c. m. en verschiet een projectiel van 6.5 K.G. met eene Y0 van 380 m. Het stuk heeft een schild, libel-kijkeropzet, maximum elevatie 32° en dracht van 7000 m. Kanon. Het kanon is een mantelkanon van chroom-nikkelstaal, van 15 kaliber lengte. Ter verbinding met de slede van de bovenaffuit zijn vóór aan het kanon een dubbele klauw, achter, over de benedenhelft van den omtrek, concentrische halve ringen aangebracht. Voor en achter aan het kanon zijn oogen voor hefboomen bij op- en afladen. Achter op het kanon is een vlak tot plaatsing vah het qua drant, door een korrel voor en een groef achter op het stuk wordt een hulpvizier gevormd. Sluitstuk. Dit is eene half-automatische schroefsluiting bestaande uit 21 onderdeelen. Het sluitstuk heeft dezelfde veiligheidsinrich tingen als een moderne Leitwelle en is hierdoor even zeker. Met ééne handbeweging wordt het sluitstuk geopend en gesloten. Affuit. De affuit is geleed en bestaat dus uit een onder- en bovenaffuit. De bovenaffuit dient ter geleiding van het kanon bij den terugloop en het weder voorbrengen, volgt de verheffingen van het kanon en bevat het terugloop- en voorbreng-mechanisme. De onderaffuit dient als ligplaats voor en het geven van verheffingen aan de bovenaffuit met kanon en tot transport. Bij het vuren staat de benedenaffuit onbewegelijk stil, waar door het aanbrengen van schilden en het bezigen van subtiele richtmiddelen mogelijk is. Bovenaffuit. Deze bestaat uit de wieg, de slede, den pantserballast, de hydraulische rem en voorbrengveeren. De wieg is een cylindervormige kast van staalplaat met bo venop de geleibanen voor de slede van het kanon. Aan het achtereinde van de wieg is een vertikale tap, aa.n het vooreinde een dubbelklauw, beiden ter verbinding van de wieg met den wiegdrager.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1909 | | pagina 612