586
steenachtigen of rotsbodem, verder een huls voor richtspaak
en twee handvatten.
De as bestaat uit twee tweemaal rechthoekig omgebogen
stukken, waarvan de uitstekende einden tappen vormen. De
binnentap vat in een bus in de affuitwanden, de buitentap in
de naafbus der raden.
Met de raden hoog geplaatst ligt het kanon in de lage
vuurstelling (Fig. A) en kan vuren onder elevaties van 7°
tot 24°.
Door de raden omlaag te draaien waartoe het stuk middels
hefboomen in de oogen door vier man aan de voorzijde wordt
opgetild, waarbij de lange staart zeer gunstig als hefboomsarm
werkt komt het affuitlijf hoog te liggen ten opzichte van de
naaf der raden. Gevuurd kan dan worden onder elevaties
van -f- 10° tot 32°. Het kanon staat dan in liooge vuur
stelling (Fig. B).
De hooge vuurstelling is tevens de marsc/i-stelling, waarbij
geene deelen beneden de as der raden uitsteken.
De wiegdrager rust achter met horizontale tappen in tappan-
nen aan de affuit en voor op den kop der stelschroef.
De stelschroef bestaat uit drie teloscopisch in elkaar vattende
deelen, die middels een rad opzij van de affuit na elkander
in werking gesteld worden.
De zijdelingsche richtingen worden door een rad binnen de
affuitwangen door werking op den wiegdrager verkregen.
Het schild bestaat uit drie deelentwee aan elkaar verbonden
bovenhelften met steunsels op de affuit en een onderstuk
aan de bovendeelen hangende.
In stede van een lemoen worden lemoenboomen, bevestigd aan
de handvatten van het staartbeslag, gebezigd.
Het vizier is een libel-kijker opzet, waaraan een teloscopisch
uitschuif baar verlengstuk is toegevoegd. In ingeschoven toe
stand wordt dit verlengstuk als hulpvizier gebezigd.
De munitie bestaat uit eenheidspatronen, G.K. en B.G.
Het stuk wordt middels de lemoenboomen geredendan wel
op de eenheidszadels geladen, gedragen.
Het stuk wordt gedragen door 5 draagtrekdieren, en wel
als volgt: