44 Cadettenvereeniging geen enkele uiting van ontevredenheid over de beslissing van den Gouverneur voorgedaan, welke tot een ongunstig oordeel over de aan de K. M. A. heerschende tucht zou kunnen leiden. En thans nog iets over de „tuchtsbegrippen der hierbij zulk een groote rol gespeeld hebbende Indische cadetten". Voorop zij gesteld, dat de leden der Cadettenvereeniging „Insulinde"' heelemaal geen groote rol gespeeld hebben, doch niet meer dan een lijdelijke. Maar bovendien moet mij nog eene andere op merking van het hart. De vereeniging „Insulinde" bestond uit alle cadetten van de klasse I'm met eenigen van de andere wapens van hetzelfde studiejaar. En nu stond juist de klasse I'm (19061907) door militaire houding, gedrag en ijver zeer gunstig op de K. M. A. bekend; zij heeft allerminst verdiend, dat over haar geoordeeld wordt, als S r op grond der hem verstrekte mededeelingen gedaan heeft. Nog zij opgemerkt, dat de tucht en de geest onder het cadet- tenkorps der K. M. A. gedurende de vijf jaren, dat ik als leeraar aan deze inrichting verbonden was, het in 's schrijvers bespreking uitgesproken ongunstige oordeel in geenen deele wettigen. Wel komen, evenals in vroegere tijden, bij hooge uitzondering zeer betreurenswaardige uitingen voor, doch dit bewijst niets voor 's schrijvers conclusie, terwijl men alle omstandigheden nauw keurig moet kennen om zulke voorvallen in hun geheelen omvang te kunnen beoordeelen. J. C. Pabst. Tabanan, 7 December 1908.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1909 | | pagina 62