- 602 Tot slot, hier en daar een greep uit het opstel van den Heer F. d. Br. met eenige opmerkingen. Hoe -- volgens blz. 305 bovenaan uit 32 S. V. blijkt dat de oef. 10 en 11 van 36 (bedoeld worden de oef. 8 en 9) ook snel vuur oef. zijn, is mij niet duidelijk. 32 toch slaat alleen op 35. De 2de alinea op blz. 307 verdient wel eenige toelichting. In de 2de alinea blz. 311 wordt gesproken over 21 S. Y. In die 21 wordt reeds gezegd dat de man gecontroleerd wordt met den richtingscontroleur. Dat is duidelijk en anders is bij die oefening ook niet mogelijk, daar het geweer slechts van voren ondersteund wordt er wordt immers gebruik gemaakt van den schietbok en niet van den richtbok en de man dus onmiddellijk na het vooruitschieten der slagpin alweer anders gericht is, dan op het oogenblik daarvan. Het werken met een stuk carton, zooals de Heer F. d. Br. dat wil, zal dus niet gaan Op blz. 312, 3de alinea, wil F. d. Br. de man reeds met de 26 en 27 laten beginnen, nadat hij de 16 en 17 heeft doorloopen. Dat zal ook niet gaan, want in de g§ 26 en 27 wordt toegepast wat pas in de 20 en 23 onderwezen wordt, n. m. 1. drukpunt nemen met doordrukken en openen en sluiten van den grendel. In de 4de alinea van blz. 313 eene anatomische anomalie. De kolf wordt n. m. 1. niet in, maar tegen den schouder geplaatst. De beide laatste alinea's van blz. 316 zijn mij ook niet erg duidelijk. O. a. geloof ik dat de Heer F. d. B. van meening was, de schietboekjes bij iedere overplaatsing bij de korpsbescheiden moeten worden overgelegd. Volgens 33 S. V. geschiedt dit alleen bij vertrek van het depot-bataljon. Dat dit weldegelijk van belang is, staat m.i. vast: men behoeft het boekje maar even door te kijken, om den man als schutter volkomen te kennen. Ik ben het dan ook geheel met den heer Quack eens, die de be- teekenis der schietboekjes nog wilde uitbreiden (I. M. T. Ho. 5. '08. Op blz. 319, 1ste alinea, beweert de heer F. d. B. dat vol gens ons S. Y. de grens voor individueel vuur 700 meter is. Dit is onjuist, volgens 42 is die grens 500 meter, behoudens 38 waarin als uitzondering 600 meter toegestaan wordt. Mijne verwondering steeg ten top, toen ik de blz. 320 en 321 doorlas en culmineerde op blz. 322, o. a. door het vermelde onder 2de, beschouwd in verband met blz. 316, 5de alinea.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1909 | | pagina 630