606 de ik te mogen verwachten dat het dan ook steeds de richtvaardi°-heid wenschte te eontroleeren en het schietboekje daartoe het middel was wanneer de man naar een ander korps overging. De huidige toestand is dan ook zooals deze hierboven is omschreven, doch zal mettertijd veianderen, tenminste als het voorschrift met de woorden waarna het den mau in eigendom wordt afgestaan", werkelijk bedoelt, dat het schiet boekje zijn waarde heeft verloren, zoodra de man van het depot naar zijn 1ste korps over is gegaan. Ik meen dat het de bedoeling dier woorden is, dat de man zelve het schietbnekje in handen kreeg, omzijn ambitie in het schieten levendig te houden, terwijl de sectiecommandanten daarin de resultaten invulden en dus wel degelijk de schietboekjes van korps tot korps worden overgegeven. De theoretische waarde van het schiet- boekje als hulpmiddel bij het onderwijs, trek ik geenszins in twijfel, afgezien van de practische uitvoerbaarheid van een en ander Als controlemiddel van 's mans richtvaardigheid ook bij de indivi- dueele oefeningen voldoet het. echter mijns inziens niet aan de eischen en acht ik het beter om tabellen samen te stellen, Y oorts ligt het geenszins in de bedoeling van ons reglement om enkel vuuroefeningen te doen schieten. Nergens vindt men immers de practische uitvoering daarvan omschreven. Het omschrevene in de 2e alinea van bldz. 311 moet plaats hebben op den richtbok Trouwens de S. beeft dit blijkbaar zelf begrepen. De 26 en 27 hebben volgens ons voorschrift zonder grendelbewe gingen plaats en is het dus wel mogelijk 26 en 27 dadelijk na de SS 1°, 17 en 20 te doorloopen. De aandachtige lezer zal geconstateerd hebben dat de formule op egel 6 bldz. 321 had moeten luiden p f X b., welke waarde van p later in de formule p X b is gesubstitueerd. Voorts is bij de letter t in de formules op bldz ^21 tot en met den 2en regel een accent vergeten en is dan t de gemiddelde tijd, dus niet gelijk aan den factor t de tijd voor de geheele oefening. Ook is de afgeleide formule p Y b een algemeene, welke geldt voor alle schijven waarbij een treffer lager wordt gewaardeerd naarmate zij verder van het mikpunt af ligt. in deze formule worden dan de speciale waarden van p en b in verband met den factor t ij d gesubstitueerd. Ten slotte schijnt het den geachten schrijver zelfs niet duidelijk te zijn geweest wat het waardeeringsgetal eigenlijk is, daar hij op een gegeven oogenblik in de formule p het aantal treffers gelijk stelt aan het waardeeringsgetal en dan tot de foutieve conclusie komt dat t 1 is. Hiermede levert hij dus het bewijs, van hetgeen ik met de uitwerking der formule beoogde, n.l. dat de waardeering van oefeningen zeer moeie- l}jk is en het dus wenschelijk ware van hooger hand tabellen en waar- deeringsformulen samen te stellen (zie bldz. 321 4e alinea) W. K. H. Feuilletau de Bruyk.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1909 | | pagina 634