- 611 alle fouriers?" kan ik evengoed als het kadervraagstuk bijna stilzwijgend voorbijgaan, want natuurlijk is voor de fouriers een overgangstoestand noodig en wat het kadervraagstuk betreft dit zal er heusch niet onder lijden als de graad van sergeant majoor bovendien in eens bereikbaar is voor een korporaal- fourier. De serg.-maj. Benjaminsz schreef mij, dat hij reeds 31/,, jaar geleden een uitgewerkt plan had aangeboden aan het Leger bestuur voor vereenvoudiging der compagnies-administratie, waarvoor hem officieel dank is gezegd, maar op een oplossing van het vraagstuk had hij nog steeds gewacht. Was dat plan misschien te ingewikkeld? Ik weet het niet. Maar al ware het eenvoudig dan verwon dert het mij niet, dat hij er nog niets naders van gehoord heeft, want mijn schema dat zoo dood eenvoudig is, heeft zelfs bijna geen belangstelling getrokken. Indien men zich toch er wel voor hadde geïnteresseerd, waarom mij dan geen opdracht gegeven? Ik zou dadelijk aan den arbeid zijn getogen om dat schema geheel uit te werken, dat ik nu niet deed, omdat het anders te groot werd voor een tijdschrift. Daarmee zal het den Heeren Heijstek en Benjaminsz hoop ik duidelijk zijn, waar om ik het niet geheel uitwerkte en als de sergt. maj. Benja minsz dit ook geweten had, waren zeker vele vragen van hem in de pen gebleven. Laten wij hopen, dat besprekingen tot een resultaat mogen leiden, want met al dat geschrijf komt men toch niet tot een afgerond geheel. Semarang 27 April 1909. A. J. Lieth. I. M. T. 1909 39

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1909 | | pagina 639