- 613 Ben Peukan zich onder hen bevond, werd niet geschoten. De comdt. begaf zich te midden der Atjehers en nam de geweren één voor één in. De soldaten stonden met het geweer vaar dig. Na de geweren werden ook de blanke wapens ingenomen. Een benauwd oogenblik was het toen op de 4 gevluchten werd geschoten, daar de comdt. nu zeker dacht, dat de bende zon opspringen en attakeeren. Zoo werd een bende van 19 man ge vangen genomen, waarbij 9 beaumonts, 3 voorlaadgeweren en zeer veel blanke wapens werden buitgemaakt. Nooit is uitgemaakt of de bende zich nu werkelijk heeft willen onderwerpen (hoewel dit onwaarschijnlijk is, daar een deel vluchtte en Ben Peukan, zooals later bleek, reeds lang de heuvels was ingetrokken) dan wel in de uiterste mate was verrast. Yelen zullen misschien het optreden van den comdt. roekeloos vinden, doch niet vergeten mag worden dat het van het grootste belang zou zijn geweest Ben Peukan levend in handen te krijgen. Jammer was, dat verscheidenen den comdt. vroegen, waarom hij de bende niet had neergeschoten, want dan was hij, wat men zoo noemt, binnen geweest. Gelukkig zijn de ideeën tegen woordig humaner geworden. Later heeft Ben Peukan zich toch gemeld, doch werd spoedig verbannen, daar bewezen werd, dat hij weer aanstalten maakte, over te loopen. Zoo werd een einde gemaakt aan het optreden van één dei- grootste bendehoofden van Pedir, die ons al zeer veel last veroor zaakt had. Ik noem slechts den klewangaanval op kap. Van der Hoeven in het Meurendoesche waarbij wij 20 dooden en gewon den kregen w. o. kap. v. d. Hoeven zelf, die aan zijne wonden overleed. Ben Peukan had indertijd ook een deserteur (Inl. fuselier, hoornblazer) van het 14e Baton. bij zich, die door zijne signa len menige manoeuvre in de war liet loopen. Toen de sultan zich meldde, behoorde de deserteur tot zijn gevolg, zonder dat bekend werd, dat hij deserteur was. Hij vestigde zich op den pasar nabij Sigli. Na eenigen tijd werd hij verraden, tot den strop veroor deeld, welk vonnis ook te Kota Radja werd voltrokken. Wordt vervolgd). B. G. C.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1909 | | pagina 641