619
f. Snel achter elkaar verschieten van de 5 patronen uit het magazijn,
met tijdopname; in verschillende houdingen opgelegd en uit de vrije
hand, en op verschillende afstanden.
Waardeering der schoten volgens tijd en punten waartoe de laatste
gedeeld kunnen worden door een getal, afhangende van het aantal
seconden, waarin de 5 schoten gelost zijn.
g. Als 8 patronen, waarvan de eerste drie afzonderlijk in een
houder.
h. Als 14 patronen, waarvan de eerste vier afzonderlijk in een
houder.
i. De oefeningen, a tot en met h, voorafgegaan door minder of meer
zware lichaamsoefeningen, als: duurloop, snelloop, springen, zwaren
marsch, enz.
Jc. Schieten op de bewogen wordende schijf, die voor ieder schot 2"
zichtbaar wordt gesteld; in verschillende houdingen, opgelegd en uit de
vrije hand, tot op 150 M.
N.B. Op bl. 37 van den „Leergang" staat: „Met het oog op de hooge
eischen, waaraan schietbanen uit een veiligheidsoogpunt moeten voldoen
en met het oog op het met den afstand toenemen der spreiding onafhan
kelijk van den schutter, wordt bij het schoolschieten in den regel tot
hoogstens 400 M. geschoten".
1) Er staat niet 100 400