621 dant, zijn plaatsvervanger, en een groep in elke militaire afdeeling (waar van er 16 zijn 1). Elke groep bestaat uit den groepscommandant en een zeker aantal leden. De commandant van het korps en zijn plaatsvervanger worden benoemd als bij het korps automobilistende groepscommandanten door de com mandanten der legerkorpsen, op voordracht van den commandant van het korps motorwielrijders. De commandanten der legerkorpsen beslissen in hoogste instantie, op voordracht van de groepscommandanten, over de aanneming van candidaten. De candidaten moeten aan de volgende vereischtm voldoenzij moeten Oostenrijksch-Hougaarsch burger zijn, een rijbewijs bezitten, een motor rijwiel van minstens 5 P. K., wanneer het een aanhangwagen heeft, en van 2 5 P. K., als het er geen heeft, of wel eene voiturette 2) van 8 a 14 P. K of eindelijk een rijwiel met moto-saceoche van minstens 1| P. K. Zij moeten zich schriftelijk tot dezelfde verplichtingen verbin den als de vrijwilligers-automobilisten. Zij hebben eene grijze uniform, zwarte ol gele beenkappen en zwarte of gele schoenen, terwijl zij eveneens uitgerust zijn met een revolver en een kijker. In vredestijd ontvangen zij voor eiken dag dienst 15 kronen, als zij eene voituretto voeren, en 6 Kronen, als zij een motorrijwiel bezitten, terwijl olie en benzine gratis worden verstrekt. In oorlogstijd ontvangen de reservisten, die een rang of graad bezitten, het traktement daaraan verbonden; de overige vrijwilligers 300 Kronen per maand; bovendien brijgen de bezitters van eene voiturette 1000 Kronen entrée de campagne, en die van een motorrijwiel 300 Kronen. Eenige maanden later, n.l den 28aten Januari j.l. verscheen een nieuw Verordnungsblatt, dat eene belangrijke instructie bevatte aangaan de het militaire automobilisme. Volgeus de daarbij bekend gestelde bepalingen heeft men, om den dienst te verzekeren, de volgende organen in het leven geroepen: 1. de chef. 2. de afdeeling voor proefnemingen (te Weenen). 3. het vaste personeel (te Klosterneubourg). 4. de technische agenten bij de commandanten der militaire afdeelmgen. De chef van het militaire automobilisme is tegelijkertijd chef van de afdeeling voor proefnemingen. Hij is een orgaan van het ministerie van oorlog voor alle zaken, het automobilisme betreffende. Zijne taak is a. het volgen van de ontwikkeling der techniek in de automobielin dustrie. b. alle technische en organieke, aangaande het automobilisme, te be handelen en dienaangaande de noodige voorstellen te doen. c. zorg te dragen voor de samenstelling van reglementen en instruc- tiën. cl. voor het leger alle soorten motorvoertuigen te beproeven en aan te nemen, in te huren of te requireeren, en hun gebruik en onderhoud te verzekeren. 1) Overeenkomende met de legerkorpsen. 2) Onder voiturettes verstaat men in het algemeen lichte automobielconstructies van niet meer dan 10 P. K liier heeft men echter de grens hooger genomen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1909 | | pagina 651