Boekentafel,
Bet 3aaruerslag uan den Topographischen dienst oner 1908 J).
Het jongste jaarverslag vaa den Topographischen dienst, dat bjjna
60 bladz. en 13 platen méér bevat dan het vorige, mag waarlijk een
lijvig boekdeel genoemd worden. Reeds een vluchtig doorbladeren doet
ons zien, dat deze meerdere uitgebreidheid het gevolg is van de in Mei
1908 plaatsgevonden opneming van de Krakatau-groep en het gelijktijdig
daarmede gehouden onderzoek naar de geologische gesteldheid, de flora
en de fauna van deze eilanden. De hiermede verkregen resultaten toch
zijn, in beknopten vorm en toegelicht door tal van photo's en kaarten,
samengevoegd en als een afgerond geheel in het verslag opgenomen.
Door de oorspronkelijkheid en belangrijkheid der daarin neergelegde
gegevens mag deze bijdrage zeker als de clou van het jaarboek worden
aangemerkt.
Vluchtig zullen wij den inhoud doorloopen.
Hoofdstuk I: Algemeen verslag van de verrichtingen van den diëtist.
A. Terreinwerkzaamheden geeft wederom veel lezenswaardigs.
1. De hoofd- en secundaire driehoeksmeting van Zuid-Sumatra be
helst slechts een verslag der verrichtingen in het afgeloopen jaar van
het in Benkoelen achtergebleven deel der Triangulatiebrigade en is daarom
voor ons minder belangrijk.
Viel verleden jaar onder 2. De hoofd- en secundaire driehoeksmeting
van Sumatra's Oostkust nog weinig door de Triangulatiebrigade mede te
deelen, doordat de werkzaamheden daartoe nog niet genoegzaam gevor
derd waren, ditmaal treffen wij er reeds eene schetskaart aan van den
ontworpen hoofddriehoeksketting, zoomede de noodige kaarten en gege
vens om een juist beeld te krijgen van het in verslagjaar verkende ter
rein, waarop de aldaar eerlang te meten basis zal zijn gelegen.
Bij hare werkzaamheden ondervoni deze brigade tal van moeilijkheden,
1) Ook dit jaar ruimen wij weder eene plaats irt voor eene meer uitgebreide bespre
king van dit uit een geographisch en topographiseh oogpunt zoo belangrijke verslag.
"Wij doen dit des te gaarner, waar wij ditmaal, evenals vroeger, den Topographischen
dienst weder erkentelijk kunnen zijn voor de ontvangst vau een exemplaar.
Te weinig is het wezen van den Topographischen dienst, zijn werken en streven in
ons Leger bekend. Daarom draagt ons tijdschrift gaarne bij tot het o-spreiden van
meer kennis om rent dit dsel van ons Leger en tot het verkondigen van denkbeelden en
inzichten, die wellicht van eenig- belang kunnen zijn voor dien tak van dienst. Mochten
er onder die denkbeelden en inzichten zijn, die door den Topographischen dienst niet
gedeeld kunnen worden, ja misschien zelfs minder sympathiek lijken, men zij er van
overtuigd, dat slechts warme belangstelling voor dc ontwikkeling der geographischo en
topographiseho kennis onzer Indische bazittingen er aan ten grondslag ligt.
Redar.tie.