647 die hoofdzakelijk een gevolg waren van den politieken toestand in het naburige gewest Atjèh. Was die politieke toestand eenerzijds oorzaak, dat men niet geheel vrij was in de keuze van de meest geschikte punten voor het plaatsen der pilaren, anderzijds dwongen zij de verkenning langs groote omwegen en door woeste, onbewoonde streken te leiden, waarbij 10 a 14-daagsche, en grootendeels tracé-kappende marschen regel waren. Deze moeilijkheden zullen dan ook wel de oorzaak zijn, dat bij eene ver gelijking van de aantallen der door deze en door de Opleidingsbrigade in verslagjaar bepaalde driehoekspunten de laatste zoo in het voordeel is. Dit toch doet ons 3. De secundaire driehoeksmeting in Midden- en Oost-Java zien. Yoegt men nog de ten behoeve van den dienst van het Boschwezen verrichte triangulatiewerkzaamheden op de creditzijde der Opleidingsbrigade, dan kan deze met tevredenheid op het afgeloopen jaar terugzien. 4. De topographisclie hermeting van Midden-Java vermeerdert de serie der in vorige jaargangen gepubliceerde kraterteekeningen met de 1:10.000 kaart van den top van den G. Oengaran. Verschillende wetens waardigheden, de opgenomen landstreek betreffende, veraangenamen de lectuur van deze bijdrage zeer. 5. De herziening van de topographisclie kaarten der residentie Pre- anger Beg entschappen bevat niet minder dan vier kraterteekeningen op de schaal 110.000, nml. èèn van de kraters van den G. Goentoer, èèn van het kraterveld op de westelijke helling van dien berg, èèn van den zeer uitgestrekten krater van den G. Galoengoeng en èèn van den krater van den vulkaan Papandajan. Knap opnemings- en fraai reproductie- werk geven deze kaarten ons te aanschouwenalleen schijnt ons de krjjtdruk op de ad 3 genoemde kaart minder gelukkig uitgevallen en daardoor niet bevorderlijk aan het relief. De op deze kraters betrekking hebbende tekst, doorweven als bij is roet tal van bijzonderheden en wetenswaardige, opmerkingen is mede zeer lezenswaardig. De volgende paragraaf behandelt De topographisclie hermeting der cif- deeling Krawang van de residentie Bataviaeen arbeid welke, gepaard met eene daaraan voorafgaande secundaire driehoeksmeting, eveneens aan de 2e opnemingsbrigade is opgedragen. Een fraaie kaart van de kraters van den vulkaan Tangkoebanprahoe (110.000) met bij behoorenden tekst besluiten dit opstel. De topographisclie opneming van Zuid-Sumatra vindt eene plaats in 7. Hoewel bet verslag de verwachting uitspreekt, dat in volgende jaren bij een meer gebruik maken van de schaal 1100.000 nog gunstiger cijfers zullen worden verkregen dan in verslagjaar, vermeenen wij op grond van de nog resteerende groote uitgestrektheden terrein, die voor eene opneming op de schaal 1:25.000 in aanmerking zijn gebracht, dat het gemiddeld jaarlijksch productiecijfer en dus de duur en kosten der op neming weinig gunstiger kunnen worden dan dit jaar. Het verslag van de le Opnemingsbrigade, dat in vergelijking met de andere verslagen ditmaal bijzonder sober mag worden genoemd, levert niets bijzonders. Uit het verslag der 3e Opnemingsbrigade blijkt weder met hoevele moeilijkheden de opneming van de in velerlei opzichten minder gunstig bekend staande Lampongsche districten te kampen heeft. Niet alleen dat het opmeten van de verschillende in Straat Soenda en Lampongbaai

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1909 | | pagina 677